117 of 1728
Heden Verse Vis 2: Bruggenbouwers
Heden Hectiek
In hun zoektocht naar roem, rijkdom en unanieme waardering, besluiten tekenaar Charel Cambré (Amoras, Filip & Mathilde, Jump en weldra ook nog de Kiekeboes) en scenarist Marc Legendre (Amoras, Verder, Biebel en tot voor kort De Rode Ridder) om de ultieme strip te maken. De Spaanse villa van Marc Legendre lijkt hen de perfecte brainstormplaats. Ze vertrekken halsoverkop naar de zon op zoek naar het groene gras aan de overkant. Na de nodige hilarische obstakels komen de kibbelende viswijven aan in hun walhalla. Helaas stort tijdens een zwaar onweer de brug, die het dorpje verbindt met de buitenwereld, in. Ze zitten vast. Samen met de dorpsbewoners moeten ze zien te overleven tot alles hersteld is. Dit kan wat duren, want dit is Spanje. Er zit niets anders op dan dat de Vlaamse Stadler en Waldorf zich aanpassen aan het ritme en de gewoonten van Verilejo. Dat verloopt al bij al aardig tot het tweetal beslist om te werken aan hun strip in een verlaten hutje op het strand. De locals menen dat ze een strandbar geopend hebben. Oh ja, naast de lokale bevolking zitten ook alle nevenpersonages die ze tijdens de heenreis hebben ontmoet, toevallig vast in het dorpje: hun inhalige uitgever en zijn vrouw, de kliek rond de wel gehypete striptekenaar Formosus, enkele asielzoekers die er olijven gingen plukken en natuurlijk een groep woke-, veggie- en #metoo-activisten... Het is er druk.
De hele strip is druk. Extreem druk. Dit tweede deel van Heden Verse Vis is een huis clos. Alle personages zitten afgesloten van de buitenwereld en leven er dus op elkaars lip. In die drukte besluit Legendre van het tweede deel van Heden Verse Vis een soort deurenkomedie te maken. Het ene na het andere groepje komt beurtelings de helden op proef stellen. De situatiehumor met bijhorende lachsalvo’s volgen elkaar in sneltempo op. Het grote verschil met een deurenkomedie is echter dat het centraal personage een lijdend figuur is. In Heden Verse Vis leiden de helden de dans. Of dat willen ze althans. Dit zorgt alleszins voor bijkomende hectiek. Het resultaat is dat dit deel een soort Fawlty Towers-gevoel heeft. Je lacht je door alle drukke, zotte toestanden heen. Het album is op zijn sterkst als de alter ego’s van Cambré en Legendre er met een naïef optimisme de zaken aanpakken. Als ze opnieuw vastzitten in hun Arme Lampil en Cauvin-rol wordt het door de huidige insteek al snel te zwaar. Het gezellige gezeur rond pakweg de mistoestanden op signeersessies of Heineken kennen we nu ondertussen wel. Hoeveel klagen kan een mens aan?
Heden Verse Vis blijft wel de reeks waarin de auteurs heel veel van zichzelf stoppen. De goesting druipt ervan af. De dialogen knetteren. Cambré amuseert zich duidelijk en pakt Munuera-gewijs uit met veel flexibel arm- en beengezwengel. Lekker.
Dit tweede deel van het drieluik is een heel intens deel. De vele personages die vastzitten in een klein dorpje, samen met onze immer kibbelende hoofdpersonages, zetten de boel onder spanning. Door een nodige portie optimisme raakt alles netjes weggelachen. Heden Verse Vis is een strip die John Cleese kon geschreven hebben.
WOUTER PORTEMAN
117 of 1728