Suske en Wiske in Tongeren

En strips in het Gallo-Romeins Museum

9 augustus 2024 Fotoreportages
tekst: David Steenhuyse — © foto's: Raymond Lagae

 

Sinds 7 augustus 2024 ligt Suske en Wiske 374: De Keizerkop in de winkel. Het verhaal speelt zich integraal af in het Romeinse rijk en al snel in Atuatuca Tungrorum, oftewel Tongeren, de oudste stad van België, gesticht in 57 voor Christus bij de veroveringen van de Romeinse veldheer Julius Caesar. Achter die locatie zat geen commercieel plan, noch is het album bedoeld als promotie voor de stad. Het album werd er wel voorgesteld op het stadhuis. Een korte wandeling verder dubbelcheckten we op een kleurrijke expo in het Gallo-Romeins Museum wat scenarist Peter Van Gucht de aanwezigen heeft bijgebracht.

 

(L)Ambiorix

Bij een bezoek aan de theaterminnende Franse stad Orange leerde Peter Van Gucht dankzij een audiogids bij over het Romeinse gebruik om van standbeelden van Romeinse keizers enkel het hoofd te veranderen elke keer er een nieuwe keizer aan de macht kwam. Dergelijke standbeelden stonden overal in Romeinse gebieden. Dit historische gegeven bracht de scenarist op een idee voor een Suske en Wiske. Dat leidde naar De Keizerkop, waarin Lambik alias Lambix als aedilis (een soort burgemeester) van het oude Tongeren de verantwoordelijkheid krijgt om het hoofd van de keizer te vervangen op het standbeeld in de stad die hij bestuurt. Daarbij ondervindt hij tegenkanting.

Suske, Wiske en compagnie zijn in hun tachtigjarig bestaan nog maar zelden in Limburg geweest. Tijdens een onderonsje geeft journalist Jan Bex een opsomming van de "Limburgse verhalen" en noemt daarbij ook De Bokkenrijders. "Een van mijn favoriete verhalen", vult Van Gucht aan. Hij vertelt zelf dat de helden nog nooit in Tongeren zijn geweest, hoewel Willy Vandersteens klassieker Lambiorix rechtstreeks verwijst naar de aan Tongeren verbonden Ambiorix, de BE (Bekende Eburoon) die zich verzette tegen de Romeinen.

Julius Caesar vermeldt de verzetsheld in zijn Commentarii de Bello Gallico, je weet wel, de verslagen waarin Caesar de Belgen omschreef als de dappersten aller Galliërs. In diezelfde verslagen staat trouwens ook de uitspraak "mensen geloven graag wat ze willen geloven" opgetekend... In het album Asterix en de Belgen was stamhoofd Heroïx het oneens met Caesars uitspraak over de Belgen en kwam hij samen met Asterix en Obelix verhaal halen in onze streken. In De Keizerkop lopen Asterix en Obelix ook even rond, zie het overzichtje hieronder. En zij zijn niet de enige knipogen in De Keizerkop.

Geen geschiedenislesje

Hierboven zie je onder meer The Rolling Stones als troubadours. Het nevenpersonage Gothix is gebaseerd op Robert Smith, de zanger van The Cure, tevens een jeugdheld van Peter Van Gucht. Tussen heel wat bekende standbeelden (van de David van Michelangelo over het Vrijheidsbeeld en de Venus van Milo tot Manneken Pis) viel ons ook de buste van een jonge Willy Vandersteen op. Diezelfde buste diende ooit als model voor Joekie uit Robert en Bertrand. Elk van die knipoogjes is in het scenario neergeschreven voor huidig Suske en Wiske-tekenaar Wout Schoonis, die samen met decortekenaar Christian Vaerhaeghe aanwezig is op de persvoorstelling. Zij staan links en rechts op de vierde foto hieronder. In hun midden staat Peter van Gucht geprangd tussen Suske en Wiske.

Op het marktplein voor het stadhuis staat sinds 1866 het bekende standbeeld van Ambiorix, die ook in het verhaal opduikt. Enkele stappen verder betreden we het mooi onderhouden stadhuis. Tijdens de persvoorstelling laat Van Gucht optekenen dat het album niet in opdracht kwam van Tongeren. Er zitten geen commerciële bijbedoelingen aan vast. Hij kwam het verhaal wel voorleggen aan het Gallo-Romeins Museum om inhoudelijke en vormelijke details te checken. "Maar Suske en Wiske is geen historische reeks", verklaart hij er meteen bij. Hij wil in de eerste plaats entertainen, niet een geschiedenislesje presenteren. 

Standbeelden in kleur

Tijdens het promopraatje voor het nieuwe album geeft Van Gucht mee dat volgens historische bronnen Griekse en Romeinse standbeelden in hun tijd eigenlijk in kleur waren. Wij kennen die beelden uitsluitend als witte marmeren beelden. De verf is na verloop van tijd verdwenen. Dankzij wetenschappelijk onderzoek zijn verfpigmenten op die standbeelden teruggevonden, waardoor er zelfs visuele reconstructies en interpretaties mogelijk werden.

Dat Romeinse standbeelden in kleur waren, wist Alex-tekenaar Jacques Martin ook al, maar hij waagde het niet om in zijn strips de witte standbeelden van kleur te voorzien. Hij vond dat het anders niet zou stroken met het algemene beeld dat het publiek van die oude standbeelden heeft, waardoor het ongeloofwaardig zou overkomen. De auteurs van Suske en Wiske hebben integendeel het keizerlijke standbeeld wel van een kleurtje laten voorzien. "Maar niet te fel", vertelt Van Gucht erbij. Die info zijn we achteraf nog gaan checken in het Gallo-Romeins Museum.

Daar loopt nog tot 1 september de tijdelijke expo De oudheid in kleur. Al meteen op het introductiepaneel worden films, stripverhalen en videospelletjes genoemd die ons ervan overtuigden dat antieke beelden onbeschilderd waren. In werkelijkheid waren ze van kop tot teen beschilderd "en vaak in bonte kleuren. Een onbeschilderd marmeren, beeld was voor hen simpelweg niet af." In de tentoonstelling kan je ontdekken hoe de beelden er oorspronkelijk zouden uitgezien hebben. Tientallen reconstructies op ware grootte zijn er samengebracht. Bij de beeldbronnen worden de Asterix-film Missie Cleopatra, de Marvel-comic X-Force: Who the Hell Is Eli Bard?, een De Reizen van Alex over Rome en de strip Britannia: Lost Eagles of Rome genoemd. Gekleurde standbeelden van oude Grieken deden ons dan weer meteen denken aan de strip 300 van Frank Miller door de prachtige Spartaanse helm. In 2006 werd deze strip verfilmd door Zack Snyder.

En ja, hoor, tussen de opstellingen herkenden we meteen de Augustus van Prima Porta, een standbeeld van de Romeinse keizer Augustus dat een van de pronkstukken van de Vaticaanse Musea is. Dat beeld is met kleur en al weergegeven in De Keizerkop, maar dan met een ander hoofd.

Van neanderthaler tot Gallo-Romein

We nemen de gelegenheid te baat om ook de rest van het museum te bezoeken. Het gezinsvriendelijke Gallo-Romeins Museum focust op het leven van de mens, van in de prehistorie tot de vroege middeleeuwen, van neanderthaler tot Gallo-Romein, in onze streken. Behalve allerlei gereedschap, wapens, muntstukken, een goudschat uit de tijd van Ambiorix en andere voorwerpen kan je er diverse schaalmodellen zien (onder meer van het oude Tongeren), reconstructies van graven en diverse meer. Trek je schoenen uit en stap over een "voelvloer". Er is een prachtige, metersbrede wandschildering van Ambiorix en de Romeinen. Bekijk er een dramatisch filmpje over Ambiorix in een zaaltje of proef van de her en der uitgestalde etenswaren, zoals olijven.

Op het eind herkennen we tussen een aantal kunst- en andere voorwerpen in een vitrine een dodecaëder, het mysterieuze geometrische bronzen voorwerp waarvan het praktisch nut nog steeds niet is achterhaald. Wereldwijd zijn er slechts een honderdtwintig exemplaren. De meeste zijn gevonden in het huidige België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, een gebied dat samenvalt met de Keltische beschaving. Striplezers zouden de dodecaëder kunnen herkennen uit De Rode Ridder 186: De Dodecaëder van Karel Biddeloo.

A-strips in de museumshop

Zoals elke goede museumshop kijkt ook deze van het Gallo-Romeins Museum verder dan zijn neus lang is en heeft het oog voor toepasselijke, historisch verantwoorde stripverhalen. De Keizerkop is er nog niet te koop, dat geldt wel voor albums uit de reeksen Asterix, Alex, De Adelaars van Rome en nog een reeks met de beginletter A: Auguria van Nederlander Peter Nuyten. Ze staan onder een plankje met daarop de verstrippingen van Yuval Noah Harari's reeks Sapiens.

We checken de rest van het aanbod en vinden er spelletjesboeken, Playmobil-setjes en historische infoboekjes van Asterix. Van Vlaming Michaël Olbrechts (bekend van de strips Galapagos, Het Reigersnest, De Allerlaatste Tijger en Vierenveertig na Ronny) zijn er enkele geïllustreerde, informatieve kinderboeken te koop. De graphic novel De Filosoof, de Hond en de Bruiloft van Barbara Stok is er vertegenwoordigd, broederlijk naast Franstalige stripverhalen.

Strips tot na het pensioen

Uit ons gekeuvel na de persvoorstelling onthouden we nog dat Peter Van Gucht zijn acteer- en stemmenwerk terugschroeft. Over een vijftal jaar bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd, maar dat zal hem niet stoppen om strips te blijven schrijven voor onder meer Suske en Wiske en De Rode Ridder. "Zolang de inspiratie en het plezier er nog zijn", blikt hij enthousiast vooruit.

Tekenaar Wout Schoonis is een pak jonger. In 2007 werd hij een assistent van Luc Morjaeu. Hij mocht de restyling van de figuren vormgeven en heeft personagestudies in verschillende klederdrachten uitgevoerd die vereist waren voor de verhalen die zich op andere plaatsen of in andere tijdperken plaatsvinden. Hij ontwierp ook een nieuwe versie van de bekende Suske en Wiske-toren, die de backcovers van de albums sierden. Zijn nieuwe ontwerp ging amper twee albums mee. Samen met de restyling van de albums, verdween de toren op de achterkaft. In de plaats kwam een vignet dat de inhoud van elk verhaal illustreerde. "Die vignetten waren eigenlijk bedoeld om de aankondigingen van de verhalen uit de kranten op de titelpagina te vervangen", legt Schoonis uit. Standaard Uitgeverij vond deze tekeningen echter zo mooi dat ze op de backcover kwamen te staan. Pas met De Keizerkop is de Suske en Wiske-toren helemaal terug van weggeweest, bovendien vanaf nu telkens aangepast volgens de inhoud van het album. Die beslissing kon op veel bijval rekenen van Suske en Wiske-lezers. Die lezers houden meestal ook van geschiedenis. En laat Schoonis nu net graag de Suske en Wiske-verhalen tekenen die zich in het verleden afspelen. "Dat doe ik toch liever dan auto's tekenen", knipoogt hij. We kunnen het echter niet laten om te antwoorden: "Maar dan moet je wel paarden tekenen, het moeilijkste voor een tekenaar, net zoals fietsen." Schoonis beaamt de lastige fietsen om te tekenen. Hoe zijn paarden eruit zien kan je al op de cover van De Keizerkop bekijken. In het album draven ze ook veelvuldig rond.

Schoonis is sinds 2023 de hoofdtekenaar van Suske en Wiske. Hij rekende uit dat hij zo'n honderd albums zal getekend hebben wanneer hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. We gaan er dan even vanuit dat Suske en Wiske — of stripverhalen in het algemeen — nog tientallen jaren de tand des tijds kunnen doorstaan. Van Gucht beschouwt Suske en Wiske dus niet als een geschiedenisreeks, maar niemand kan voorspellen wanneer Suske en Wiske zelf ooit tot de geschiedenis zal behoren bij een almaar verder afkalvend striplezend publiek. Deze trend is een algemeen internationaal feit. Zelfs tijdens ons bezoek aan een mangamuseum in het Japanse Kyoto — waar we nota bene een album van Suske en Wiske hebben gedoneerd, lees er hier alles over — erkende een gids de teruglopende verkopen van strips. Op de persvoorstelling liet Peter Van Gucht de huidige oplagecijfers van Suske en Wiske vallen. Dat zouden zo'n 90.000 exemplaren per nieuw album zijn. Dat nemen we met een korreltje zout, maar het is nog steeds een opmerkelijk hoog aantal voor de Nederlandstalige markt. 

Suske en Wiske 374: De Keizerkop telt 40 pagina's en is verschenen bij Standaard Uitgeverij. Het album kost 7,99 euro.

Bezoek ook galloromeinsmuseum.be. De expo De oudheid in kleur loopt nog tot 1 september 2024.