Persvoorstelling Suske en Wiske-hommage Vincent van Grroaâarrgh!

21 juni 2024 Fotoreportages
tekst: David Steenhuyse — © foto's: Raymond Lagae

 

Vincent van Grroaâarrgh! is de officieel zevende hommage van Suske en Wiske door telkens andere auteurs. Charel Cambré en Luc Cromheecke presenteerden op woensdag 19 juni 2024 hun album in het Vincent van Goghhuis in het Nederlandse Zundert. Op die plek is de wereldberoemde kunstschilder geboren, maar Cambré en Cromheecke halen hem in hun strip letterlijk uit zijn graf. Daarvoor reizen de stripfiguren naar Auvers-sur-Oise, niet ver van Parijs, waar van Gogh begraven ligt... en als zombie verrijst. Vincent van Gogh is trouwens geen vreemde voor Suske en Wiske, en er is ook een band met Willy Vandersteen.

 

Het reguliere album van 40 pagina's kost 9,99 euro en is verschenen bij Standaard Uitgeverij. Er is ook een luxe (65 euro) met linnen rug en een ex libris van Charel Cambré met 8 pagina's schetsmateriaal en een luxe op groot formaat (150 euro) van 56 pagina's met een andere cover, linnen rug, de strip zelf in zwart-wit met 16 bonuspagina's en een ex libris van zowel Cambré als Luc Cromheecke.

 

Na Cromimi door Gerben Valkema en Yann, Boemerang door Steven Dupré en Conz, De Kwakkelende Kwakzalver door Jean-Marc Krings en Zidrou, De Preutse Prinses door Paul Geerts, De Vroem-Vroem-club door opnieuw Valkema en Yann en Geduvel op de Heide door Jan Bosschaert en Marc Legendre, is het de beurt aan Charel Cambré en Luc Cromheecke. Het is hun eerste samenwerking. Voor Cambré is het een tweede Suske en Wiske nadat hij in 2015 het verhaal De Spitse Bergen naar een verhaalidee van Tom Waes voor het goede doel SOS Kinderdorpen uitwerkte. Je kent hem natuurlijk ook als de tekenaar van Amoras, de voortzetting onder de titel De Kronieken van Amoras en intussen Suske en Wiske Junior, nog een andere spin-off van Willy Vandersteens reeks Suske en Wiske.

De periode van Vincent van Gogh en de kunststroming het impressionisme is dan weer bekend terrein voor Luc Cromheecke. Zelf is hij de tekenaar van De Tuin van Daubigny (geschreven door Bruno de Roover) en de nog lopende trilogie Monet over respectievelijk de schilders Charles-François Daubigny en Claude Monet. Eerder tekende Cromheecke op scenario van Willy Linthout zelf een hommagealbum, namelijk voor Nero met het verhaal De Toet van Tut. Hij was ook even betrokken bij een spin-off rond Jerom, maar dat project ging uiteindelijk niet door.

In hun verhaal trakteert Lambik zijn vrienden Sidonia, Jerom, Suske en Wiske op een uitstap naar Auvers-sur-Oise. De verdere inhoud van het album: "Ze logeren in Auberge Ravoux, de herberg waar ooit Vincent Van Gogh logeerde. Die nacht trekt er een onweer over het Franse kunstenaarsdorpje. De griezelige spanning begint als Wiske door het raam een donkere schim ziet passeren in de kletsende regen. De volgende ochtend lijkt alles perfect, de zon schijnt en na een stevig ontbijt trekt iedereen eropuit. Lambik is helemaal in schildersplunje. Hij gaat net als Vincent Van Gogh op een heuvelrug een olieverflandschap maken. De rest van het gezelschap kiest voor het toeristentreintje. Maar de trip loopt echter niet helemaal zoals verwacht."

Hieronder kan je de eerste vier pagina's lezen en de scène waarin Vincent van Gogh weer tot, nu ja, leven komt als zombie.

Voor Cromheecke was het een plezier om met Cambré samen te werken. Het scenario bood hij als een getekend storyboard aan. Het was dan aan Cambré om het volgens Cromheecke "te verknoeien". In het Vincent van Goghmuseum is een mini-expo te bekijken met een making-off van het verhaal aan de hand van één pagina in verschillende tussenstappen, van Cromheeckes geschetste scenariofase over de potloodtekeningen en de inkting van Cambré, met de hulp van Arnaud Toulon en Kristof Fagard, tot de inkleuring die ook weer van de hand is van Cromheecke.

Beelden van de persvoorstelling en de mini-expo.

 

In de museumshop kan je een door Charel Cambré gesigneerde ex libris kopen. Het album is er uiteraard ook te koop, evenals andere strips (zoals de biografie door voormalig Suske en Wiske-tekenaar Marc Verhaegen) en boeken over Vincent van Gogh. Wist je trouwens dat Vincent tijdens zijn omzwervingen van Zundert naar Frankrijk ook op een paar plaatsen in België heeft gewoond? Van 24 november 1885 tot februari 1886 woonde hij in de Antwerpse volkswijk Seefhoek. Laat daar nu net Willy Vandersteen zijn opgegroeid, terwijl ook Marc Legendre, de scenarist van Amoras, er heeft gewoond.

In de reeks Suske en Wiske etaleerde Vandersteen weleens zijn liefde voor klassieke kunst met het werk van Pieter Bruegel als vaak weerkerende fascinatie. Klassieke schilders, zoals Rembrandt en Rubens, kwamen ook voor in verhalen van Vandersteens opvolgers, maar zij lieten de lezertjes van Suske en Wiske net zo goed kennismaken met modernere schilders, zoals Salvador Dalí en Vincent van Gogh. Paul Geerts' De Kleurenkladder (deel 223) verscheen in het Vincent Van Gogh-jaar 1990 en speelt zich voor een gedeelte af in Zundert. In dit album wedijvert Lambik met Vincent om de liefde van Agostina Segatori, de bazin van het café Le Tambourin, die ook door Van Gogh als een portretschilderij is vereeuwigd. Ook in het toeristische promotiealbum De Vliegende Klomp uit 1975 is er een verwijzing naar Vincent van Gogh.

Het stralende zonnetje tijdens de persvoorstelling hield ons op het terras in plaats van het museum te bezoeken. Een dag later bekochten we dat met een roodverbrande schedel. Dat is een nog steeds betere conditie dan de lugubere, maar ook wel erg plezante Vincent die Cambré en Cromheecke in hun verhaal opvoeren. Achteraf was er nog een signeersessie. We waagden ons aan een "Vincent Van Gogh in zijn bloot gat", maar omdat we zagen dat Cambré enkel kopjes tekende vroegen we dan maar "Vincents bloot gat". 

Je kan beide auteurs herkennen op de derde laatste pagina in de oude kerk van Auvers-sur-Oise. Ze hebben hun tanden gezet in het verhaal, nu is het jouw beurt. Niet om vechten als je het album moet delen met andere gezinsleden!