Charel Cambré en Nix

“Na een album of twee, drie gaan we het zeker weten. Het is erop of eronder. Daarna is het nog vrij moeilijk om bij te sturen.”

17 april 2024 (Drie)dubbelinterviews
tekst: Wouter Porteman — © foto's: Erwin De Wachter en Raymond Lagae

 

Na zesenveertig jaar, honderdvierenzestig albums en dertig miljoen verkochte exemplaren van zijn stripreeks de Kiekeboes hield striptekenaar Merho er vorige zomer mee op. Gelukkig besloot hij de reeks een tweede leven te gunnen. Scenarist Marnix Verduyn alias Nix (De Buurtpolitie, Kinky & Cosy) en tekenaar Charel Cambré (De Kronieken van Amoras, Heden Verse Vis, Filip & Mathilde, Jump,...) zijn de uitverkoren die de Vlaamse erfgoedreeks een nieuw tijdperk mogen insluizen. Sinds een paar weken komt de marketingcampagne voor het eerste album, Uranium-235, op gang. Net zoals bij de lancering van de jongste Asterix-albums, verspreidt Standaard Uitgeverij teasergags via sociale media. Bekende Vlamingen of Antwerpenaren lossen lovende filmpjes waarom ze De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes zo tof vinden. De online reacties zijn heftig en heel erg uiteenlopend. Van laaiend enthousiast, hoopvol afwachtend tot radicaal afkeurend. Eén ding is zeker. De verrijzenis van de Kiekeboes laat niemand onbewogen. We waren er dan ook als de kippen bij, om dik drie weken voor de albumlancering, de auteurs al te interviewen.

 

Proficiat. Ik heb Uranium-235 met heel veel plezier gelezen. Ik heb echt een goed gevoel over het album.

Nix: “Dank je. De uitgeverij, Charel en ik zijn er ook blij mee. Ook bij de uitgeverij is iedereen tevreden.”

 

Het gaf me het gevoel van een zondagavondflikkenserie op één. Het is goed gemaakt, voor een breed publiek, maar toch niet banaal. Was dat jullie bedoeling?

Nix: “Nee. Ik kijk geen televisie. (lacht) Onze insteek was een spannende plot doorspekt met de nodige humor.”

 

Die plot is wel opvallend hard. Terrorisme, nazisme,... je vliegt er met de voeten vooruit in.

Nix: “Ja. Ik heb alles uit de kast gehaald. Het zal wel niet altijd zo’n harde James Bond zijn. Met de huidige setting kan je een heel scala aan verhalen brengen. Van onderzoeksjournalistiek tot pure emotie. Het zijn drie meisjes aan het begin van hun volwassen leven met een actieve grootmoeder in een snel evoluerende maatschappij. Je kan er alle kanten mee uit.”

 

Ga je, zoals een vintage Suske en Wiske, elk verhaal ophangen aan een grotere boodschap? Nu was dat het feit dat kernafval tweehonderdduizend jaar nodig heeft om afgebroken te worden.

Nix: “Die boodschap is eerder een gevolg. Het idee is begonnen bij Fanny. Om haar als hoofdfiguur interessanter te maken, maakte ik haar beroepsmatig een zelfstandige, onafhankelijke onderzoeksjournaliste die via haar diepgravende verhalen helpt de wereld beter te begrijpen. Een beetje zoals de journalisten die schrijven voor De Correspondent in Nederland. Fanny heeft haar eigen vlog, Fanny's Factcheck, waardoor ze zich onafhankelijk kan gooien op actuele maatschappelijke thema’s, zoals bijvoorbeeld kernenergie. Zelf wist ik er niet zoveel over en ik heb er me wat in verdiept. Mensen zijn nogal radicaal voor of tegen kernenergie, maar zoals gewoonlijk ligt de waarheid ergens in het midden. Blijkbaar heb ik die grijze zone netjes weergegeven, want het Belgisch Instituut voor Kernenergie heeft me gefeliciteerd. Ze zullen me zelfs in een blog gebruiken. (lacht) Het is allemaal niet evident. Men wil af van dat hoogradioactief afval, maar dat is nog honderdduizend jaar actief. Men stopt dat dan diep in de grond en plaatst er waarschuwingsborden bij in alle talen en gelukkig ook zoveel mogelijk symbolen. Tja, welke taal zal men spreken over honderdduizend jaar? Amper tweeduizendjaar geleden spraken we hier nog klassiek Latijn en Germaans.”

 

Dat bordje was een zalig cynisch momentje. Zo weggelopen uit je Kinky & Cosy.

Nix: “Maar dat staat er echt!”

Cambré: “Ik heb dat ook opgezocht en letterlijk zo overgenomen.”

 

Pff. Dat is hilarisch en triest tegelijk. “Hier niet graven”...

Nix: “Het is allemaal relatief. In mijn research ben ik ook tegengekomen dat radioactiviteit van nature voorkomt in ondergrondse lagen. Dat kan dus.”

De eerste pagina van Uranium-235 in potlood. De Spaanse tekenaar Pedro J. Colombo, een van de vaste assistenten van Charel Cambré, heeft het volledige deel 1 in inkt gezet. Shirow Di Rosso verzorgde de inkleuring.

 

Zoals je zelf aangaf, zit er naast de spanning ook veel humor in het album. Jullie gaan voor alle soorten humor. De scènes met Moemoe en haar Kung Fu Panda-zelfverdedigingstechnieken zijn bijvoorbeeld pure slapstick. Wordt dat haar ding?

Cambré: “Ik heb die scène zelf wat naar mijn hand gezet. Dat zijn heel plezante dingen om te tekenen. Nix gaf me de voorzet en ik heb die met plezier binnengekopt. Met Moemoe kunnen we heel wat kanten uit, maar dat wil niet zeggen dat zij altijd het slapstickpersonage zal zijn. We gaan in de komende albums ook een serieuzere kant van haar laten zien. (kijkt naar Nix) Ja, toch? Ik hoop echt dat we er niet zo’n typische onnozelaar van gaan maken zoals je altijd hebt in de Disney-films.”

 

Nix, ga je er een soort eendimensionale Lambik van maken?

Nix: “Nee, nee, nee. Dat is helemaal niet de bedoeling. Zij kan evengoed moralistisch uit de hoek komen. Ze heeft tenslotte ook veel meer levenservaring.”

 

Op de achtergrond zie je geregeld grappige zaken, zoals een basketter op een ladder of Jommekes Perlefinneke die aan Yin Shou Gun doet.

Nix: “Goh ja, Perlefinneke... Dat is echt toeval, maar nu je het zegt.” (lacht)

Cambré: “Ik denk dat Nix het met me eens is als ik zeg dat we naar een ander type humor moeten gaan dan vroeger bij de Kiekeboes. Marnix is Merho niet en ik teken ook anders dan hem. Als we Merho puur zouden kopiëren, gaan we altijd een goedkopere kopie zijn en loopt De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes met een sisser af. Voor mij is het nog wat zoeken. In het eerste album heb ik mij bezondigd om op de achtergrond hier en daar wat woordgrapjes te zetten, zoals de Bank Cazbon. Dat is een typische mop die Robert (Robert ‘Rob’ Merhottein is de echte naam van Merho, red.) ook zou maken, maar ik voel me daar ongemakkelijk bij. Ik kan dat ook niet. Het is beter dat ik — als ik op iets grappig kom — dat in het storyboard zet en het dan bespreek met Marnix.”

 

Qua woordspeling gebruik je nochtans Hinder ipv Tinder, Feeceboek, Leapchat,...

Nix: “Dat is een doelbewuste keuze. Ofwel gebruik je altijd de echt merknamen, ofwel net niet. Als je er een draai aangeeft, riskeer je wel minder rechtszaken. Dat is altijd een voordeel.” (lacht)

 

Als Moemoe in de thuiszorgwinkel Rol&Coaster een rollator gaat kiezen, heb je een pure vintage de Kiekeboes-pagina. Het is wel opvallend dat dit een netjes afgeronde pagina is. Is het de bedoeling dat die wordt gebruikt als teaserpagina?

Nix: (stilte) “Dit is het allereerste interview dat we hebben rond de Kiekeboes en het valt me nu op dat er echt verbanden wordt gezocht met de albums van Merho. Eigenlijk moet ik al die vragen volledig tegenspreken. Ik ben me uiteraard volledig bewust van wat de originele reeks was en vertrek van daaruit om iets nieuws te creëren. Uiteraard maak ik mij daar enigszins van los en wil ik geen kopie maken.”

Cambré: “Ik voel me hier ook niet goed bij.”

 

Het is toch logisch dat je vergelijkt?

Nix: “Ja. Maar wij hebben heel duidelijk met Merho afgesproken dat het geen kopie wordt. Ik zou het vooreerst niet kunnen, maar net zoals Charel voel ik me er ook niet goed bij om een doorslagje af te leveren. De afspraak met Merho was om ons met rust te laten en dat we er alles aan doen om een topresultaat af te leveren. Je kan weleens een knipoog maken naar de vroegere reeks. Als Fanny vijf jaar geleden iets heeft meegemaakt bij haar thuis, kan je daar naar verwijzen.”

Cambré: (stellig) “Grafisch is die rollatorpagina getekend zoals ik die graag teken. Voor mij was dit de beste manier om die in beeld te brengen. Dat die een Merho-gevoel weergeeft, is puur toeval.”

Oké laat ik dan ook duidelijk zijn. Ik ben opgegroeid met de Kiekeboes, maar ik ben allerminst een verstokte nostalgicus die zweert bij het verleden. Ik vind jullie album werkelijk goed en het geeft de reeks weer de nodige frisheid...

Nix: (lacht) “Dank je wel.”

 

...Maar ik ga wel nog één vergelijking maken. Jullie humor is veel volwassener. Ik lag in een deuk met die hermafrodietenmop. Trekken jullie de leeftijd van de doelgroep omhoog?

Nix: “Voor De Buurtpolitie doe ik net hetzelfde. Ik ga er altijd vanuit dat de mensen die strips kopen voor hun kinderen, maar die ook zelf lezen. Ik wil dat de ouders er ook mee kunnen lachen. Voor de Kiekeboes hebben we sowieso een breder publiek dat ouder is dan dat van De Buurtpolitie. Je kan gewoon meer volwassen grappen gebruiken.”

 

Ook het taalgebruik is volwassener. Woorden zoals "respawnen" zijn niet doorsnee.

Nix: “We hebben dat gesprek ook gevoerd met de uitgever. Konstantinopel is ook ouder geworden en we profileren hem nu als een echte gamer. Dat komt alleen maar geloofwaardig over als hij ook dat typische jargon gebruikt. Uit de context gaan de mensen dat wel begrijpen. De uitgever wou er zo’n sterretje bijzetten en dan onder het prentje uitleg aan geven. Ik voelde me dan precies een leerkracht, dus dat gaan we niet doen. De ene begrijpt die mop, de andere niet. Dat is net het mooie eraan.

 

Uranium-235 is een introductiedeel en toch heb je een heel consistent, netjes afgerond verhaal geschreven. Knap gedaan.

Nix: “Dat verjaardagsfeest doet veel. Zonder het expliciet te vertellen, kan je uitleggen dat er een tijdssprong is gemaakt en kan je iedereen terloops laten zien zonder dat het getelefoneerd overkomt. Alle hoofdfiguren zijn op dat feestje en komen aan bod. Het verloopt allemaal heel logisch en organisch.”

 

Het voelt inderdaad heel natuurlijk en spontaan aan. Als Marcel Kiekeboe plots belt naar Fanny en je ziet hem met autopech op de autosnelweg staan, weet je dat hij letterlijk geparkeerd wordt.

Nix: “Klopt. De marketingafdeling vroeg ons om enkele gagstrookjes te maken om de strip online te teasen. Dat was heel leuk om te doen, want het waren zo’n flashbackmomentjes op ons eigen verhaal. Merho wou een van die strookjes, die direct duidelijk maakt dat Marcels rol is uitgespeeld, absoluut vooraan opnemen in het album. Voor ons was die extra verduidelijking niet echt noodzakelijk, maar het stoort ook niet.”

Bovenstaande teasergags circuleerden de voorbije weken op sociale media. Enkel de eerste is opgenomen in het album op de colofonpagina.

 

Het nadeel van een introductiedeel is dat je een aantal pagina’s verliest waardoor het onderzoek heel vlot wordt opgelost. Had je het in twee delen willen doen?

Nix: “Hmm, dat is waar. Ik heb daar eigenlijk niet over nagedacht. We hebben ook maar 38 pagina’s (met de titel- en colofonpagina erbij maakt dat albums van 40 pagina's in plaats van 48 pagina's zoals voorheen, red.) ter beschikking. Dat is minder dan vroeger waardoor een plot rapper wordt ontrafeld. Ik weet vandaag echt nog niet of we ooit tweeluiken gaan maken. Voorlopig blijven we bij afgeronde verhalen.”

 

Hoeveel albums gaan er jaarlijks verschijnen?

Nix: “Vier.”

Cambré: “Normaal ging de eerste verschijnen in februari, maar die lanceringsdatum is een paar maanden opgeschoven waardoor het tweede deel minder lang op zich zal laten wachten. Nummer 2 verschijnt al in juni.”

 

Jullie zijn allebei én tekenaar én scenarist. Hoe verloopt jullie samenwerking eigenlijk?

Nix: “Ik schrijf het scenario uit, vakje voor vakje. Daarna gaat het naar Charel en die geeft er soms een draai aan. Dat is logisch. Ik heb dat met De Buurtpolitie ook. Soms schrijf je iets, wil je dat uittekenen en pas dan merk je dat het van geen kanten werkt. Er kan al eens iets veranderen. We groeien ook steeds meer naar elkaar toe. Ik probeer zo goed mogelijk alles uit te schrijven wat ik in de tekening wil zien. Maar intussen ken ik de kracht van Charel en laat ik nu bepaalde scènes bewust leeg. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij die prentjes perfect zal invullen.”

Cambré: “Voor mij is dat heel gemakkelijk. Marc Legendre schrijft voor De Kronieken van Amoras ook alles uit, vakje per vakje, en ik ga daar voor 80 à 90% in mee. Soms wijkt dat eens af, maar dat bespreek ik dan met Marc. Met Marnix is dat eigenlijk hetzelfde. Ik stuur hem het storyboard op. Daarna bespreken we dat en sturen nog wat zaken bij.”

Nix: “Afspreken gaat trouwens heel gemakkelijk. Wij wonen heel dicht bij elkaar.”

Vier albums. Dat is veel, Charel. Laat je een andere reeks vallen of ga je meer studiomedewerkers inschakelen?

Cambré:Suske en Wiske Junior is nu uit mijn handen. Deze zomer wordt beslist of deze reeks verdergaat met een andere tekenaar. GameKeepers wordt al geschreven door Nico De Braeckeleer en getekend door Pedro Colombo. Ik beperk me tot de Kiekeboes en Amoras. En natuurlijk ook Filip & Mathilde. Dat is inderdaad veel. Als iedereen zijn deadline zou halen, zou het al gemakkelijker zijn voor mij. Ik leg de lat vrij hoog qua tempo, maar ik kan niet eisen dat iedereen evenveel uren als ik zou werken per dag. Ik raad het trouwens niemand aan. (lacht) Het is ook niet gemakkelijk. Ik wil dat de inkting consequent blijft over al die albums. Als je dan met verschillende mensen wil werken aan een reeks, dan moet je dat ook delegeren en controleren. Ook daar kruipt tijd in.”

 

De oplossing zit misschien naast je. Nix is immers de AI-specialist binnen het Vlaamse stripwereldje. (Lees het artikel Studio 100 en Standaard Uitgeverij financieren mee in AI-doctoraat door Nix)

Nix: (lacht) “Dat zijn ook veel borden om in de lucht te houden.”

 

Waar ga je precies AI inzetten? In de decors, de inkting, of net de personages?

Nix: “Ik focus me op het meest saaie en repetitieve werk van strips en 2D-tekenfilms en dat is een kleurassistent. In De Buurtpolitie zijn al die politiekostuumpjes blauw. Bij het inkleuren klik je je suf. Elke tekenaar en inkleurder is dit beu. Die willen zich liever concentreren op lichteffecten, het plaatsen van schaduwen en andere creatieve sfeerelementen. Zo’n kleurassistent is vooral lastig in tekenstijlen zoals die van Charel waarbij de contouren niet noodzakelijk gesloten zijn. Als je dan met het emmertje uit Photoshop klikt op een kostuumpje, riskeer je dat de hele pagina volloopt met dat kleur. Al die lijnen moeten met de hand dichtgemaakt worden...”

Cambré: “Als daar een oplossing voor zou kunnen gevonden worden, dan zou dit een grote hulp zijn! Zelf gebruik ik nog niet veel AI, behalve voor documentatiedoeleinden. Googelen helpt je wel vooruit, maar je verliest heel veel scrolltijd alvorens je de exacte setting vindt. In AI beschrijf je de juiste setting en je hebt je inspiratiebron.”

 

Beroepsmatig heb ik wat ervaring met AI. Er blijft toch gigantisch veel tijd kruipen in het opleren en vooral perfectioneren van de machine.

Nix: “Dat is het lastige eraan. AI zal nooit succesvol zijn als je er snel door gefrustreerd geraakt of als je nog te veel verbeterwerk hebt achteraf. Het moet je onmiddellijk helpen om tijd uit te sparen. Mijn doctoraatsonderzoek focust zich volledig op die kleurassistent. Voor mijn stripwerk gebruik ik vandaag enkel kant en klare modules. Net zoals Charel gebruik ik een Dall-E of andere imagecreators als ik ergens een foto zoek. Voor het scenario gebruik ik ChatGPT of GPT4, maar het helpt me niet zoveel. Het blijft in het beste geval een tool om een zin wat deftiger te formuleren of een te lange dialoog wat korter te maken. Maar dan nog, je moet er altijd nog aan tweaken en prullen tot het goed is. We zijn nog niet te vervangen door machines voor het echt creatieve werk. Gelukkig maar.”

Terug naar de Kiekeboes. Je hebt een aantal heel duidelijke keuzes gemaakt. Fanny is eenentwintig jaar. Haar studies zijn afgerond en ze woont nu in Brussel. Marcel Kiekeboe staat geparkeerd op de pechstrook van zijn leven. Was dit doorknippen van de banden met de oude reeks doelbewust?

Nix: “Maar Merho is hier wel zelf mee afgekomen! Hij had een soort voorsteltekst waarin Fanny alleen woont en de verhalen rond de meisjes draaien. Merho wou ook niet dat de ouders meededen. Aanvankelijk was hij daar zelfs heel categoriek in. Ze mochten zelfs niet in beeld komen! Na verloop van tijd was dat van misschien af en toe een keer. Ik kon me grotendeels wel vinden in die voorsteltekst en heb een tegenvoorstel geschreven met enkele dingen die ik anders zag. Merho was het daar heel snel mee eens.”

 

(verrast) Ik wist niet dat Merho zelf de cast heeft uitgedund.

Nix: “Ja, maar net dat was ook de reden waarom ik het aanvaard heb. Was het dezelfde setting zou ik die opdracht geweigerd hebben. Met die jongere cast na een kleine tijdsprong, is heel veel mee te doen.”

 

Waren er ook niet te veel figuren om die allemaal te laten opdraven in het beperkter aantal pagina’s?

Cambré: “Ja, absoluut. Rob kon in elk album een nieuwe slechterik of oud personage opvoeren. Dat was ook de charme van de oude reeks. Dat wil niet zeggen dat wij geen nieuwe personages zullen creëren die langskomen. Maar of dit blijvertjes zullen zijn, moeten we nog zien. Dat is aan Marnix om te beslissen.”

Nix: “We gaan wel putten uit de nevenfiguren uit de klassieke reeks. Als er ooit een tof personage was dat vandaag past in je verhaal, moet je dat toch overwegen.”

 

De zwartharige dame die in elk klassiek album opduikt en wier naam niemand kent, is er nu alleszins alweer bij.

Cambré: “Ik heb die uiteindelijk op het laatst toegevoegd in de trein. Dat was een klein verzoekje van Robert. Ik ben pas later bij het project betrokken geweest. Het was initieel de bedoeling dat Steve Van Bael de nieuwe avonturen zou tekenen, maar dat is niet gelukt. Dus ik weet niet hoe de initiële communicatie tussen Merho en Nix is geweest, maar vandaag voel ik wel dat het allemaal soepel loopt. Je voelt dat Rob moeite heeft om bepaalde zaken los te laten, wat trouwens perfect logisch is. Robert wou blijkbaar een keiharde knip, zelfs met Kiekeboe. Vandaag is het al wat losser waardoor hij zelf vroeg om de dikke dame ergens te laten opduiken. Het zal allemaal wel zijn weg vinden, maar vandaag kijkt hij nog af en toe mee over de schouder.”

 

Had je anders verwacht?

Nix: “Helemaal niet. Het is menselijk, maar de afspraak is dat Rob zich afzijdig houdt.”

Cambré: “Dat is ook nodig. Grafisch is het heel moeilijk om achteraf aanpassingen te maken. Dat gaat echt niet.”

 

Grafischer had ik de reeks wel minder klassiek verwacht. Qua strookopbouw en aantal prentjes per pagina is er weinig veranderd.

Nix: “Het is inderdaad nog een klassieke Vlaamse strip.”

Cambré: “Ik denk dat dit voor een doorsnee de Kiekeboes-lezer al een gigantische stap zal zijn. Alleen al de cameravoering en het kleurgebruik zal mensen doen steigeren. Een groot deel van hen zijn dat niet gewoon. Ik wist wel dat ik ook niet te ver moest gaan met die veranderingen. Het zou trouwens ook niet werken. Ik vind dat deze tekenstijl perfect past bij de scenario’s van Marnix.”

 

Je staat erom bekend dat je personages met lijf en leden acteren. Kan je nog je zwierigheid kwijt in die klassiekere opbouw?

Cambré: “Ja. De zwierigheid zit nu vooral in de cameraposities. Er zijn nog genoeg plaatsen waar ik echt voluit kan gaan, zoals in de actiescènes en in de zelfverdedigingsgroep van Moemoe. Ik moet vooral oppassen dat de twee stijlen wel samen kunnen werken. Je moet het allemaal wat homogeen houden.”

 

Liggen de personages je eigenlijk?

Cambré: “Ja! Ik ben er zelf van geschrokken dat ik ze zo graag teken. Die drie meisjes en hun onderlinge chemie is een plezier om te tekenen.”

Nix: “Ik merk dat dus ook. Als ik een scenario schrijf, visualiseer ik die scène in mijn hoofd. Ik heb dan bepaalde verwachtingen hoe dit in beeld moet worden gebracht. Vervolgens krijg je Charels pagina’s binnen en dan is dat steeds een heel aangename verrassing.”

Cambré: “Een mooi voorbeeld zijn de pagina’s in dat koffiehuisje. Dat zijn eigenlijk puur pagina’s waar weinig actie is, maar des te meer wordt gebabbeld. Ik had dan het idee om een figuurtje op de achtergrond te zetten dat stiekem meeluistert. Onbewust animeert die kerel de hele praatscène. Daar amuseer ik me dan echt mee.”

Nix: “Dat vond ik heel straf gedaan. Vooraf dacht ik dat die scène een hele uitdaging zou worden om boeiend in beeld te brengen. Er wordt twee pagina’s lang gebabbeld en als je niet oplet wordt dit gewoon een saaie boel. Charel maakte er heel straffe scène van met tintelend, ronddraaiend camerawerk en een heel geloofwaardige mimiek van de meisjes. Geweldig.”

Wordt het koffiehuis hun uitvalsbasis zoals Central Perk uit Friends.

Nix: “Ja. Friends was ook een uitdrukkelijke referentie die Merho ons meegaf.”

 

Gaan de meisjes ouder worden of blijven ze nu eenentwintig?

Nix: “Ze blijven eenentwintig. Ik ben daar wel wat bezorgd over, want we gaan actuele verhalen blijven schrijven. Rob heeft dit ook altijd gedaan. Het is wel wat eigenaardig. Ze verouderen niet, maar ze gaan wel mee met hun tijd.”

 

Als Buck Danny het kan, moeten zij dat ook kunnen.

Nix: (lacht) “Het kan natuurlijk wel dat de personages karakterieel wat wijzigen, net omdat de tijden veranderen. Marcel is nu aan het zagen over zijn verminderde vaderrol. Het zou weleens kunnen dat hij opeens het licht ziet en een andere houding aanneemt.”

 

Merho’s Fanny is een heel karikaturaal personage met heel grote ogen. Was zij niet het moeilijkst om te tekenen?

Cambré: “Ik heb Rob in het begin schetsen van haar gestuurd en daar is hij mee akkoord gegaan. Nadien had Rob enkele bijkomende opmerkingen over haar. Ik heb haar personage wat bijgestuurd in het volgende album maar nu zijn we er wel helemaal. Voor mij is ze nu af.”

Personagestudies van Fanny en Tomboy door Charel Cambré.

 

Het viel me op dat je een serieus stukje Amoras in de decors hebt gesmokkeld. Er ligt bijna overal wat afval op de straten. Het is er niet zo proper als in pakweg je Piet Pienter en Bert Bibber

Cambré: “Ze woont nu ook in een metropool. Het was alleszins niet doelbewust. De metroscène smeekte trouwens om een dakloze, wat schuine planken en dat afval. Dat is gewoon tof om te tekenen.”

 

Je koos opnieuw voor Amoras-inkleurder Shirow Di Rosso die het album dynamischer, maar ook wat duisterder inkleurt dan de vlakke kleurtjes van de oude reeks.

Cambré: “De zoektocht naar een inkleurder was een verhaal op zich. Uiteindelijk zijn we opnieuw uitgekomen bij Shirow. Hij biedt én kwaliteit én is snel én je kan erop rekenen. Ik ben wel serieus benieuwd hoe de mensen op de inkleuring zullen reageren. Het staat echt wel veraf van de oudere albums. We spelen nu werkelijk met licht en schaduw. Aan de andere kant moet ik er wel over waken dat Shirow zijn effectendoos niet elke keer bovenhaalt.” (lacht)

Van links naar rechts: tekenaar Charel Cambré, scenarist Nix, inkleurder Shirow Di Rosso en geestelijke vader Merho.

 

De perfecte spin-off is gebaseerd op vier elementen. Een grondige kennis van de hoofdreeks, een andere stijl en dit gecombineerd met een straf verhaal in een andere omgeving. Jullie voldoen perfect aan alle eisen. Waarom heet de reeks dan De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes en niet pakweg Fanny & Co?

Nix: (bulderlach) “Die reekstitel heeft op tafel gelegen.”

 

Voor zover ik herinner, wou Merho die naam al gebruiken bij een eventuele buitenlandse vertaling.

Nix: “Die vraag moet je eigenlijk stellen aan de uitgever.”

Cambré: “Geen idee eigenlijk waarom de reeks zo niet heet...”

Nix: “Merho en de uitgever hebben beslist om de reeks niet die titel te geven. Wij gaan daar niet over.”

 

Als ik het met één ding lastig heb, is het die reekstitel. Hoe moet ik het zeggen? De Kiekeboes is voor mij als een goede Big Mac. Ik dacht weer mijn vertrouwde Big Mac te krijgen, maar jullie serveren me nu een veel lekkere, pittigere huisgemaakte hamburger...

Nix en Cambré: (bulderlach)

Cambré: “...Maar je wilde eigenlijk een Big Mac. (lacht) Je hebt ergens wel gelijk.”

 

Ik bedoel maar. Door expliciet de Kiekeboes als titel te gebruiken, creëer je verwachtingen. Zal het grote publiek jullie smakelijk product lusten?

Nix: “Dat gaan we vrij snel weten.”

Cambré: “Na een album of twee, drie gaan we het zeker weten. Het is erop of eronder. Daarna is het nog vrij moeilijk om bij te sturen.”

 

Wat denken jullie zelf?

Nix: (stellig) “Het gaat lukken. Ik geloof er echt in.”

Cambré: “Ik denk het ook. Ik houd me niet bezig met fora of Facebookfangroepen van de Kiekeboes. Maar naar verluidt gaat het er momenteel stevig aan toe. Ik maak me altijd sterk dat dit maar een klein, honkvast groepje mensen is. Dat zijn geen duizenden mensen.”

 

Ik volg je. Bovendien, als er één persoon is die het kan inschatten, ben jij het wel. Voor de lancering van Amoras, was je al “de moordenaar van Suske en Wiske”. Een paar later werd je voor dezelfde strip bekroond. Nu kan je nog de titel van “de moordenaar van de Kiekeboes” erbij krijgen.

Nix: (lacht)

Cambré: (lacht) “De geschiedenis herhaalt zich. Dat is nu echt iets waar ik niet van wakker lig. Als het toch niet gesmaakt wordt, dan is het maar zo. Het kan zijn dat de mensen die stijlbreuk niet gaan verteren, maar ik geloof het niet. Ik denk dat kwaliteit altijd wel een plek heeft.”

 

Was het niet gemakkelijker geweest om de reeks gewoon te lanceren onder Fanny & Co? Zo begin je positief aan dit avontuur. Met de Kiekeboes in de titel schep je een hoog verwachtingspatroon bij al die Big Mac-liefhebbers.

Cambré: “Tja. Het is het eerste dat ik daar van hoor. Ik wist niet dat Fanny & Co een mogelijke reeksnaam was.”

Nix: “Er waren verschillende voorstellen. De uitgeverij heeft de knoop doorgehakt. Nogmaals, die vraag moet je aan hen stellen.”

Cambré: “Hmm. We willen ook niet vergeleken worden met Fanny K., wat uiteindelijk geen succesproduct was. Al is er totaal geen vergelijk mogelijk tussen onze albums, de mensen zullen toch die link leggen.”

In 1992 lanceerde Standaard Uitgeverij de Kiekeboes in het Frans als Fanny et Cie (en in het Engels als Jo and Co). Na twee albums (Het Witte Bloed en De Zaak Luc Raak) was dat alweer afgelopen. Uitgeverij Kitt koos in 2003 en 2004 zes albums uit de Vlaamse reeks om ze als nieuwe albums in Nederland op de markt te zetten. Die verschenen onder de reeksnaam Fanny en Co. In 2017 en 2018 liep de trilogie Fanny K., een spin-off met Fanny in de hoofdrol, getekend door Jean-Marc Krings op scenario van misdaadauteur Toni Coppers.

 

Dat klopt ook.

Nix: “Het lijkt me ook geen goed idee om de reeksnaam te beperken tot Fanny. Moemoe doet ook mee, en misschien later ook weer Marcel. Nopel gaat in de volgende albums echt een prominente rol krijgen. Het leunt veel meer aan bij de Kiekeboes dan enkel Fanny K.”

Cambré: “Het zijn ook De NIEUWE Avonturen van de Kiekeboes en ze starten ook bij album 1. Dat vind ik een heel goede zaak.”

Nix: (knikt) “Trouwens. In het tweede boek doet Marcel al twee pagina’s mee. Merho laat zijn kindje al meer los.”

Cambré: “Als dit personage plots heel nuttig en interessant kan zijn in een verhaal, waarom zou je die niet gebruiken?”

 

Het wordt jullie wel niet gemakkelijk gemaakt. Ik was vorige week in mijn stripspeciaalzaak en ik zag een nieuwe puzzel van de Kiekeboes in de klassieke stijl. Ik begrijp dat echt niet. Ondersteun toch de doorstart van de belangrijkste titel van je uitgeverij!

Cambré: “Er is ook die nieuwe affiche van het stripfestival van Knokke. Ik hoop dat die dingen er stilletjes zullen uitgaan. Wij hebben daar geen vat op.”

De nieuw puzzel is een licentie van Pelckmans in samenwerking met Merho. De affiche van het stripfestival van Knokke-Heist was op vraag van het festival zelf. Standaard Uitgeverij is geen betrokken partij bij beide initiatieven.

 

Je vreest niet dat ze plots een Classic-album op de markt gaan brengen, getekend door pakweg Steve Van Bael?

Nix: “Dat kan. De uitgever beschouwt de oude reeks de Kiekeboes en De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes als twee aparte reeksen.”

Cambré: “De wegen van uitgevers zijn ondoorgrondelijk.” (lacht)

 

Ik denk net aan iets. Hebben jullie een testament meegekregen van Merho voor de Kiekeboes? Mogen jullie personages laten sterven?

Nix: “Nee, er is geen puur testament. Ons uitgangspunt was de visietekst. Dat is eigenlijk een goede vraag. Mogen we Fanny laten sterven? (lacht) Even serieus, nu. Er zijn een aantal onuitgesproken regels die wij natuurlijk respecteren. Wij hebben het grootste respect voor het werk van Merho. Wij maken er gewoon een actuelere versie van.”

 

En dat is zeker gelukt. Succes! Jullie verdienen het.

 

De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes 1: Uranium-235 verscheen op 17 april bij Standaard Uitgeverij. Het album telt 40 pagina's en kost 7,99 euro.

Sneap peek deel 2

Hieronder delen we de eerste zes pagina's in potlood van De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes 2: Make-up Story met je, samen met een paar coverschetsen en de uiteindelijke cover van het album.

Lancering in Tabloo

tekst: David Steenhuyse — © foto's: Raymond Lagae en Erwin De Wachter

 

Op 16 april organiseerde Standaard Uitgeverij een persvoorstelling van het eerste nieuwe album in Tabloo, een bezoekerscentrum in Dessel over radioactiviteit en radioactief afval. Uit het album Uranium-235 heeft SCK CEN (het Belgian Nucleair Research Centre) tien onderwerpen geselecteerd die op www.sckcen.be per twee nader toegelicht worden op hun website en in een podcast. Het panelgesprek met Merho en zijn opvolgers bood extra informatie over vroeger, nu en later.

 

Tevens stelden initiatiefnemers achter deCheckers, een Vlaams platform voor factcheckjournalistiek, hun werking voor. Fanny is in de nieuwe reeks zelf een factcheker voor haar vlog Fanny's Factcheck. Daarbij gaat ze zelf op pad, wordt daarbij achtervolgd en helpt ze mee een terroristische aanslag te verijdelen. In realiteit kan factchecken al eenvoudig op de computer door aangereikte berichten kritisch te beschouwen en niet zomaar voor waar aan te nemen, zelf even te googelen of de oorsprong van al dan niet door AI gegenereerde (valse) beelden met Google Images of andere tools te proberen traceren. Fanny zal nog optreden als ambassadrice voor deCheckers.

Tijdens het panelgesprek liet Nix weten dat de Franse strip Le Monde sans Fin (door Christophe Blain op scenario van Blain en Jean-Marc Jancovici uit 2021, een jaar later vertaald door Concerto Books als De Eindeloze Wereld) over klimaatveranderingen hem als onderwerp had getroffen. Het bood hem inspiratie om voor Uranium-235 eveneens een actueel maatschappelijk thema te kiezen. Hij schrijft momenteel het scenario van deel 3. In een volgend verhaal zal Nopel een grotere rol spelen. Nu wordt hij door Nix neergezet als "een fervente gamer in zijn apenjaren". Enigszins mysterieus voegde hij eraan toe: "En dat biedt een poort naar een metawereld." Bovenal wil hij gewoon "een spannend verhaal met een laagje humor brengen".

De Dorpstiran van Boeloe-Boeloe was het eerste album dat Charel Cambré van de oude reeks heeft gelezen. "De manier van vertellen was volledig anders dan de andere reeksen die ik kende", vertelde hij daarover. Voor zijn eigen de Kiekeboes-strip verklaarde hij: "Het was makkelijker om in mijn eigen comfortzone te blijven. Daar ben ik dan toch uitgestapt om mijn manier van tekenen aan te passen." Voor deel 2 is zijn stijl al lichtjes bijgestuurd, "zoals ik het zelf graag zie".

Merho vindt het "héél raar om een album door anderen te zien liggen. Het heeft zesenveertig jaar lang onder mijn vel gezeten. Nu heb ik het gevoel van een klein jongetje dat zijn speelgoed aan een ander jongetje geeft en daarbij denkt: 'Maak het alsjeblieft niet kapot.' Maar Charel is de enige van wie ik aanvaardde dat het in een andere stijl zou getekend worden."

Merho weigert trouwens om zich als een gepensioneerde te zien. Hij is dan wel gestopt met zijn reeks de Kiekeboes, maar niet met creëren. De ideeënstroom voor het bedenken van stripverhalen, heeft hij kunnen afsluiten. Na een van zijn vele reizen komt hij niet meer terug met een plot voor twee-drie nieuwe avonturen. Wel noteert hij nog steeds grappen en zijn typische woordspelingen voor namen. Hij heeft Nix en Charel Cambré een lijst van ongebruikte naamgrappen doorgegeven. "Het staat ze vrij om die te gebruiken."

Zelf werkt hij aan een roman, een thriller. Het skelet, of de ruwbouw, daarvan is al klaar. Hij schreef er twee proefhoofdstukken van uit die hij voorlegde aan familie en vrienden. Tussen de commentaren luidde het dat het las als een synopsis. Het vergt voor Merho nog een aanpassing om een verschil te maken tussen een visueel medium als strips, met beknopte teksten en plaatjes waarin alles duidelijk zichtbaar is, en het schrijven van een thriller, waarbij alles in tekst moet beschreven worden. Hij herschreef zijn proefhoofdstukken en die werden als "vlot geschreven" beschouwd. Het staat nog niet vast of die hoofdstukken de eindmeet zullen halen. In ieder geval laat Merho zich geen deadlines meer opleggen en schrijft hij op zijn eigen tempo verder.

Ondanks de afspraak dat Merho afstand zou houden voor De Nieuwe Avonturen van de Kiekeboes, blijft hij nog wel toekijken op de "iconografie" en de karakters van de hoofdpersonages. Hij vindt dat die niet mogen afwijken van hun oorspronkelijke versies. Het was dan ook een van de twee punten die hij zijn opvolgers tijdens het panelgesprek meegaf: "Respecteer de karakters." De andere boodschap luidde: "Zorg ervoor dat de Kiekeboes altijd in hun tijd staan."

Ook voor zijn laatste woorden verdeelde hij zijn advies in twee punten: "Stop er heel veel liefde in. Dat straalt over op het publiek. En stop er veel humor in. Als je de lachers op je hand hebt, wordt het zeker een succes."

Tot slot gaf Charel Cambré Merho een ingekaderde pagina in potlood uit Uranium-235 cadeau. "Ik ben daar zelf wel tevreden over," gaf hij Merho nog mee.