1 of 196

Onvoltooid project: Lefranc door Franck Biancarelli + overzicht alle tekenaars en scenaristen

18 januari 2025 Flashback

De stripreeks Lefranc is met één naam in het bijzonder verbonden: diens schepper Jacques Martin. En toch werd de reeks van tekenaar tot tekenaar en na het overlijden van Martin ook van de ene naar de andere scenarist doorgegeven. Een overzicht vind je verder op deze pagina. En dan zijn er nog de tekenaars die Lefranc hadden kunnen tekenen, maar omwille van uiteenlopende redenen nooit zover zijn geraakt. 

Franck Biancarelli is een van hen. Hij is de tekenaar van onder meer de reeksen Het Boek van het Lot, Galfalek, Argyll en het vorig jaar bij Lauwert Uitgeverij verschenen one-shot Een Misrekening. Voor Lefranc probeerde hij wat strakker te tekenen dan zijn gewoonlijke tekenstijl. Onlangs dook hij in zijn archieven en liet onderstaande voorstudies en twee uitgewerkte pagina's gezien. Ze dateren van langer geleden. Hij had er het volgende over te zeggen: "De enige keer dat ik aan een licentie wilde werken was voor Lefranc, de andere serie van Jacques Martin na Alex, omdat ik die als kind al graag las. Ik vind de eerste drie albums nog steeds erg goed.  Maar toen we midden in machtskwesties terechtkwamen die ons boven de pet gingen, besloten de scenarist (wiens naam Biancarelli niet prijsgeeft, red.) en ik heel snel om het verhaal te laten vallen, omdat de situatie ons beloofde op te slokken en we het gevoel hadden dat het niet prettig zou zijn. Toch was er al een beetje werk verricht. Ik gooi het even op een rijtje voor jullie vermaak."

Lefranc in andere handen

Tot nu toe (tot 2024) zijn er sinds 1952, het jaar waarin de held in het weekblad Kuifje debuteerde, vijfendertig delen van de Franse reporter Guy Lefranc verschenen. Jacques Martin schreef en tekende zelf de eerste drie verhalen, Het Sein Staat op Rood, De Vlammenzee en De Giftige Sneeuw. De lezers van Kuifje, waarin zowel Alex als Lefranc te lezen waren, hebben die zo goed onthaald dat uitgeverij Le Lombard om meer Lefranc-verhalen vroeg. Komt daar nog bij dat Martin tijdens het tekenen van Het Sein Staat op Rood tot tweemaal toe het verzoek van Hergé kreeg om voor hem te komen werken aan Kuifje, Jo, Suus en Jokko en andere producties. Dat zou Martin uiteindelijk twintig jaar doen en daar ook nog een fortuin mee verdienen.

Om Lefranc voort te kunnen zetten, trok hij medewerkers aan. Bob De Moor, een naaste collega bij Studios Hergé, sprong in om Het Hol van de Wolf, te tekenen, dat pas in 1974 als deel 4 verscheen bij Casterman. Martin wou dolgraag dat de Moor ook het volgende deel zou tekenen, maar hij stuitte op het njet van Hergé, die niet graag zag dat een van zijn medewerkers buiten zijn studio-uren aan een andere stripreeks werkte. Roger Leloup was eigenlijk eerst gevraagd, maar Leloup weigerde. Niet veel later verliet hij de studio om vervolgens zijn eigen reeks Yoko Tsuno te lanceren. Naar eigen zeggen leidde het voorstel om Lefranc over te nemen tot een zelfstandige stripcarrière.

Midden jaren 1970 nam Gilles Chaillet het van De Moor over, terwijl Jacques Martin nog wel de schetsen tekende en eigenhandig Chaillets originele platen bijwerkte. Chaillet was toen werkzaam voor Studios Idéfix waar hij allerlei merchandising van Asterix tekende. 

Chaillet tekende deel 5 tot 13. Voor deel 12, De Camarilla, trad Thierry Leberton als assistent voor hem op. Hij was tevoren een inkleurder van de Lefranc-albums.

In 1998 verscheen Chaillets laatste Lefranc-album, deel 13, De Diefstal van de Spirit. Hij had intussen een eigen succesreeks op zijn naam, de historische reeks Vasco, en er wenkte nog meer succes met bijdrages aan de bestsellerreeks De Geheime Driehoek (met scenarist Didier Convard), de collectie De Zwarte Loge, waarvoor hij De Laatste Profetie creëerde, en het tweeluik Vinci, opnieuw met Convard. Hij begon ook scenario's te schrijven voor andere tekenaars, zoals Bernard Capo (de reeks Tombelaine), Olivier Mangin (Intox), Christophe Ansar (het onvertaalde Diocletien) en Christian Gine (De Schilden van Mars). Dat Chaillet stopte met Lefranc maakte Martin woedend.

Nog steeds op scenario van Jacques Martin nam Christophe Simon het van Chaillet over. Martin had dan al lang een eigen studio met assistenten en tekenaars voor Alex en andere reeksen als Keos, Orion, Tristan en afgeleide reeksen als De Reizen van Alex. Simon was een van die studiotekenaars. Voor Chaillets laatste album was hij ook al een uitvoerend corrector van diens tekeningen omdat Jacques Martin door problemen met zijn zicht het zelf niet meer kon uitvoeren. Simon tekende uiteindelijk de delen 14 en 15, De Colonne en El Paradisio.

Met Francis Carin (Victor Sackville) en decortekenaar Didier Desmit kwam vanaf deel 16, Het Ultimatum, een meer in de Klare Lijn ervaren tekenaar aan boord. Op scenario van Patrick Weber tekende hij ook deel 18, De Blauwe Mummie. Het avontuur hield voor elk van hen hierna op, mede omdat Carin een nieuw aangeboden contract niet meer kon honoreren omwille van het voor hem tegenvallende financiële aanbod. Carin betreurt het bovendien dat deze avonturen in de toen huidige jaren 2000 waren gesitueerd in plaats van de jaren 1950.

Tegelijk wisselden scenaristen- en tekenteams elkaar na het eerste album van Carin af. Bovendien greep het team van André Taymans (Caroline Balwin) en Erwin Drèze (de tekenaars) en Michel Jacquemart en Martin (de scenaristen) voor hun verhalen terug naar het verleden om er een bedoelde vintage- of retro-aanpak van te maken met een strakkere Klare Lijn zoals in Het Sein Staat op Rood. De Meester van het Atoom (deel 17 in 2006) opende die retroverhalen. De actuelere albums van Carin wisselden dus af met de jaren 1950-verhalen van Taymans.

Dat teruggrijpen naar het verleden mag je nogal letterlijk opvatten, want het is eigenlijk de afwerking van een uit 1955 daterend project van Jacques Martin himself. De verschijning van het album viel samen met de zestigste verjaardag van de stripreeks. 

Deze retroverhalen kregen nog een voortzetting in het door Taymans geschreven Londen in Gevaar (deel 19) en het door Delperdange neergepende deel 21, De Vervloeking.

Een gloednieuw team vormde zich in de gedaante van tekenaar Régric en de scenaristen Jacquemart en Pierre Stevenart. Dat leverde Zwarte Kerst (deel 20) op, opnieuw gesitueerd in de geschiedenis. 

Tussen Régric en Jacquemart boterde het allerminst. Er waren te veel bemoeienissen en te hoge (literaire) ambities van Jacquemart om deze samenwerking nog voort te zetten.

Het overlijden van Jacques Martin in 2010 zorgde voor herschikkingen. Uitgeverij Casterman richtte een commissie op met vertegenwoordigers van de uitgeverij en erfgenamen van de overleden stripmaker. Zij zouden voortaan over voorgelegde scenario's en tekeningen beslissen. En meteen was de modernere Lefranc verdwenen. 

Met deel 22, De Kinderen van de Bunker, mocht Jacquemart zijn werk vervolgen met een nieuw aangetrokken tekenaar: Alain Maury, die het studiosysteem kent dankzij zijn werk voor Peyo en De Smurfen. Maury tekende echter slechst één album. Régric mocht op zijn beurt doorgaan met Thierry Robberecht als nieuwe scenarist voor De Eeuwige Shogun (deel 23) en Het Geheim van Stalin (deel 24).

Jacquemart verdween, Régric bleef. Hij tekende deel 25, Cuba Libre, met opnieuw een andere scenarist, Roger Seiter. Dit team leverde vervolgens de albums De Vogelman (deel 27), De Chaostheorie (deel 29), Het Losgeld (deel 31), Het Ares-Schandaal (deel 33) en H-bommen op Almería (deel 35) als afwisseling met alweer een ander vast duo. Zo kreeg elk duo een tweetal jaar de tijd om een album te maken, terwijl er jaarlijks een nieuw album van Lefranc gegarandeerd bleef. Deze formule bepaalde de komende jaren.

Dat andere duo bestond uit Christophe Alvès en François Corteggiani, te beginnen met Operatie Antarctica (deel 26). Daarna volgden Het Principe van Heisenberg (deel 28), Rode Maan (deel 30), De Rechtvaardige Rechters (deel 32) en De Weg naar Los Angeles (deel 34). Dit laatste verhaal verscheen postuum na het plotse overlijden van Corteggiani in 2022.

In 2025 volgt het duo Régric en Roger Seiter zichzelf op met deel 36 dat zich afspeelt in Australië en Nederlands-Indië. Régric overtrof daarmee in aantal al langer de negen albums die Gilles Chaillet van Lefranc heeft getekend.

Lees ook: Lefranc in Nederlands-Indië in deel 36

1 of 196