Oerversies van Jerome K. Jerome Bloks

7 juli 2023 Flashback

Uit dit interview met Alain Dodier, door Wouter Porteman, kon je al lezen dat de tekenaar van Jerome K. Jerome Bloks vaak prenten of complete pagina's hertekent. Dat gold al voor de allereerste pagina's van De Dodende Schaduw, deel 1 in de stripreeks die sinds 1985 loopt. Nog vóór er überhaupt sprake was van een reeks tekende Dodier onderstaande pagina's in zwart-wit om ze op te sturen naar uitgevers als presentatie voor de detectivereeks die hij samen met Pierre Makyo en Serge Le Tendre zou maken. Dupuis hapte toe. Deze pagina's werden vervolgens hertekend in een meer moderne en realistische stijl voordat ze gepubliceerd raakten. Die hertekende versies zie je onder de oerversies. In het verhaal kwam er nog een extra pagina vóór deze twee pagina's waarin de sluipende, klimmende en klauterende Jerome zichzelf voorstelt.

Voor het ontstaan van de detective moeten we teruggaan naar 1980. Na eerste publicaties vanaf medio jaren 1970 in een realistische en komische tekenstijl voor voornamelijk Pistil, een Frans striptijdschrift dat eerst maandelijks, dan wekelijks en dan helemaal niet meer verscheen, creëerde Dodier samen met zijn kompaan Pierre Makyo het personage Pijannot. Deze detective was in een komische tekenstijl getekend en is de ware voorvader van Jerome. Zoals gewoonlijk stuurde het duo de strip naar uitgeverij Dupuis voor een gedroomde publicatie in het weekblad Robbedoes, en zoals gewoonlijk werd het project geweigerd. Maar deze keer kregen ze wel het voorstel om er een kort verhaal van te maken. Het korte verhaal van 8 pagina's is onvoltooid gebleven. Er bestaan 6 pagina's van (hieronder zie je er eentje van). Robbedoes moest het dan toch niet hebben.

Uiteindelijk maakte Dodier de beslissing om Pijanot in een realistische tekenstijl te tekenen, want twee korte verhaaltjes (in 1975 en 1976) voor de rubriek Vrij Vel waren ook realistisch getekend en die raakten wel gepubliceerd. Het uiterlijk van een lange slungel met bril kwam snel, zie ontwerptekeningen hieronder. Het idee om hem met een solex te laten rijden in Parijs kwam ook vlot op papier te staan. Nu moest Makyo er nog een verhaal voor bedenken. De dag na de ontwerptekeningen kwam Makyo op de proppen met de synopsis van De Dodende Schaduw en het uitgewerkte scenario voor de eerste 6 pagina's met een nieuwe naam voor het personage. En deze keer had het duo wel geluk. Alain De Kuyssche, de toenmalige hoofdredacteur van Robbedoes, hapte toe op basis van deze 6 pagina's. Voor het vervolg van het scenario riep Makyo de hulp in van Serge Le Tendre.

Hun eerste verhaal stond in 1982 integraal in nummer 4 van Robbedoes Album+, een reeks dikkere Robbedoes-tijdschriften voor krantenkiosken die tijdens vakanties verschenen, met gags, korte verhalen en één lang avontuur, meestal door beginnende auteurs. Meer dan zes nummers kwamen er niet van uit. Het was een teken dat hoofdredacteur Alain De Kuyssche, die Jerome K. Jerome Bloks een kans gaf, niet al te veel geloofde in het potentieel. Een jaar later begon Dodier deel 2, De Papieren Droom, te tekenen. Intussen was De Kuyssche vervangen door Philippe Vandooren. Dodier wou weten of de afspraken nog steeds van tel waren en ontmoette Vandooren. De nieuwe hoofdredacteur was dolenthousiast over wat nu een reeks zou worden mét publicatie in het weekblad Robbedoes waarvan Dodier altijd heeft gedroomd.

Vanaf deel 2 was Jerome K. Jerome Bloks goed en wel gelanceerd. Makyo vroeg Serge Le Tendre om de verhalen mee te schrijven. Door het monstersucces van Op Zoek naar de Tijdvogel (getekend door Régis Loisel) had Le Tendre later geen tijd meer, terwijl Makyo met zijn Het Land van Langvergeten (getekend door Laurent Vicomte) zelf ook een evenwaardig succes scoorde. Hij schreef nog wel deel 3, Op Leven en Dood, maar hij vroeg Dodier of hij deel 4 zelf zou kunnen schrijven. Dodier had op dat gebied geen ervaring, wel met het schrijven van gags op één of twee pagina's.

Uiteindelijk werd het schrijven van deel 4, De Schaduw van het Verleden, een openbaring voor hem. Dodier ontdekte met veel plezier dat hij zelf in staat was een lang verhaal te vertellen. Makyo vond nog de tijd om deel 5, De Regel van Drie, te schrijven, maar het succes van Het Land van Langvergeten slorpte hem volledig op. Vanaf deel 6, Zelda, is Dodier de enige auteur van de detectivereeks. Intussen is het een van de zeldzame reeksen die met de jaren niets aan kwaliteit heeft ingeboet.

Bron: Jérôme K. Jérôme Bloche L'Intégrale 1 en 2, Bulles en Tête!, 2019