151 of 189
Martin Lodewijk en het gecensureerde stripje van André Franquin
Onderstaand stripje van Martin Lodewijk verscheen oorspronkelijk in het Frans in het maandblad (A Suivre) van Casterman. In vertaalde vorm stond het gepubliceerd in het speciale boek Wordt Vervolgd 'Presenteert' uit 1985. Het verhaal was naar een idee van André Franquin en Yvan Delporte. Het stripje uit 1978 stond opgenomen in de speciale sectie Pendant ce Temps à Landerneau in het maandblad dat een vervolg was van het legendarische Le Trombone Illustré, de "clandestiene bijlage" van het weekblad Spirou die het dertig nummers uitzong. Uitgeverij Dupuis wou de bijlage niet langer ondersteunen en trok er de stekker uit. In de bijlage (waarin voor het eerst Zwartkijken verscheen) konden auteurs van divers pluimage hun ei kwijt in voor die tijd soms gewaagdere verhalen.
Maar ook na de stopzetting bij Dupuis en een verhuis naar de concurrentie bij Casterman (waarvoor de naam Le Trombone Illustré niet mocht worden gebruikt), die specifiek voor volwassenen een blad maakte, kon niet alles. Opnieuw hadden de auteurs te kampen met reacties van een onwillige redactie. Zo stuitte een twee pagina's tellend kort verhaal van Frédéric Jannin op tekst van Franquin en Delporte op het njet van de redactie. Het stripje werd niet gepubliceerd... toch niet onder die vorm en met tekeningen van Jannin. In zijn verhaal was een bar in de ruimte ook de plaats van actie. Een oudere man komt er binnen met een jonge vrouw. Ze nemen iets speciaals om te roken. Terwijl de man tijdens het roken zienderogen jonger wordt, gaat het omgekeerde op voor de vrouw. Ze belanden in bed waar de nu hoogbejaarde vrouw vervolgens alle levensenergie uit de man pijpt. De vrouw is opnieuw jong. Je vindt de originele platen van het gewraakte stripje hieronder. Let op de waard van de zaak. Je herkent 'm enigszins in het verhaal van Martin Lodewijk, want inderdaad, (A Suivre) kwam bij Lodewijk terecht voor een gloednieuwe versie van het verhaal. Enkel de ruimtebar werd behouden en er kwam nog een knipoog aan het einde waarbij katholieken niet lang hoeven na te denken over wie deze aliens voorstellen.
En dan zijn we er nog niet. Franquin en Delporte vonden de ruimteherberg blijkbaar een goede vondst. Dat leiden we toch af uit het album Isabel 5: Een Rijk van Tien Morgen dat ze schreven voor Will. Het album verscheen in 1980. De voorpublicatie van dit verhaal liep in Robbedoes in 1978-1979, dezelfde periode als het bovenvermelde korte verhaal dus. In dit verhaal reizen de mooie heks Calendula en oom Hermes door de ruimte en komen in het Hemels Trefpunt terecht, exact dezelfde ruimtebar die in de versie van Martin Lodewijk nog de Herberg van de Hemel wordt genoemd. Een illustratie van deze bar staat al in zijn volle glorie op de cover van het album. Op pagina 22 staat het nog grootser op papier. Het uitzicht ervan is gelijkaardig aan de versie van Lodewijk. De verwijzingen of de knipogen houden niet op bij enkel de bar. Ook in dit verhaal is de man achter de toog — dan moet je even je ogen weghouden van de knappe dames die Will tekende — dezelfde als van Lodewijk en Jannin. Let bovendien op de Britse piloot met rosse snor aan de bar in zowel de versie van Lodewijk als die van Will.
Met dank aan Michiel Prior voor zijn opmerkingsgave.
151 of 189