Aan
alles komt een eind
Vooreerst gedenken we de overleden stripauteurs en aanverwante vakgenoten
van 2020. Op onze Facebookpagina presenteerden we hen in een fimpje,
hier kan je hen terugvinden in een pdf. Klik op de afbeelding om
de te lange lijst te raadplegen.
 |
|
SEPPE
COOLS: Vreemd jaar
2220,
wat een vreemd jaar. Covid-19 was een grote pretbederver, maar zoals
Johan Cruijff ooit zei: Elk nadeel hep zijn voordeel."
De lockdown bood heel wat kansen om strips te (her)lezen en nieuwe
reeksen te ontdekken. Ook kwam ik mentaal meer tot rust en leerde
ik opnieuw genieten van de kleine dingen in het leven. Op stripvlak
heb ik in vergelijking met vorig jaar een pak meer gelezen, dus
zou het nu makkelijker moeten zijn om een top-10-lijstje te maken.
Niet dus. Ziehier een poging tot, in willekeurige volgorde.
 |
|
Allereerst vond ik Het Beest fantastisch. Nooit gedacht
dat André Franquins schattige en grappige
Marsupilami zo'n prachtig eerbetoon zou krijgen, maar met Zidrou
en Frank Pé aan het roer verwondert dat
anderzijds niet.
Het Goud van de Zwendelaar was een one-shot dat me geboeid
bleef houden. Voor ik het wist, zat ik op het einde en dankzij het
prachtige tekenwerk en de sterke vertelstijl herlees ik hem vast
en zeker in 2021.
Fantasyreeksen liggen me wel en quasi alles rond de wereld van Arran
kan me overtuigen, al is het alleen maar voor het magistrale grafische
luik. Orks & Goblins steekt erbovenuit, bij reeksen
als Elfen en Dwergen heb ik nog een hele inhaalreis
voor de boeg.
 |
|
Ook ben ik een westernfanaat en in dat genre sprak The Last
Gambler me het meest aan. Het is geen doorsnee revolverheld
meets schurkwestern, maar de legende over de man die valsspeelmethodes
bij poker bedacht triggerde me. Ook West Legends is een
veelbelovende conceptreeks. Wat mij betreft een goede zet van Daedalus
om deze serie ook te vertalen.
De Blauwbloezen deel 65 was voor mij dan weer de grootste
"verfrissing" op stripgebied. Jose Luis Munuera's
tekeningen gaven veel schwung aan het verhaal, zonder Willy
Lambil te hoeven kopiëren.
 |
|
De eerste
De Nieuwe Avonturen van Roodbaard was een eerste kennismaking
met Roodbaard buiten de Asterix-verhalen (shame
on me), maar hierdoor ben ik wel de oudere verhalen gaan lezen.
Vandaar ook een vernoeming in mijn jaaroverzicht, want soms kunnen
vernieuwde versies een springplank zijn om in het verleden te duiken.
Comics doen het ook altijd goed, zeker nu Dark Dragon Books
zowel Marvel- als DC-comics uitgeeft.
Spider-Man: Life Story springt eruit door het concept:
Wat als helden oud kunnen worden?
Ook ben ik liefhebber van jeugdreeksen en Bolle van Steven
Dupré was in dat segment een aangename kennismaking.
Diep in de Zee ken ik al langer en ook deel 5 heb ik met
veel plezier gelezen.
Het coronavirus zorgde voor een vloedgolf aan cartoons en Charel
Cambrés We Mogen Niet Klagen was een mooie
verzameling van knap tekenwerk en rake cartoons. Lectrrs
jaaroverzicht was dan qua directheid nog straffer, maar het tekenwerk
van de nieuwste Bronzen Adhemar-winnaar blijft
fenomenaal.
Ook het vermelden waard: De Kronieken van Amoras deel 7,
De Engelen van Auschwitz, De Drager en guilty
pleasure Junior Suske en Wiske.
Toch ben ik nog steeds niet rond met de titels die ik nog zou willen
lezen. Op het te lezen-lijstje staan nog RIP, De Wolf,
De Bom, Blue Note, Driftwereld, Tot
de Laatste... en ongetwijfeld staat hieronder nog materiaal
dat mijn overzicht zou kunnen doen veranderen.
2020 was op stripvlak in mijn ogen beter dan het vorige, ik ben
benieuwd wat het nieuwe jaar brengt. Al één voornemen
heb ik alvast gemaakt: meer besprekingen schrijven. Ik wens jullie
het allerbeste voor het nieuwe jaar! |
|
JACKY
CORNELIS: Topjaar
voor westerns
Het is
weer die tijd van het jaar. Van alle kanten krijgen we de beste
wensen van vrienden en familie. We moeten er ondanks alles het beste
van maken. Eén ding is wel zeker... Het wordt
een Kerst om nooit te vergeten. Als verpleegkundige heb
ik wat Covid betreft dit jaar een en ander gezien. Hoe een quasi
onzichtbaar organisme de werking van een ziekenhuis kan ontwrichten
en bij extrapolatie ook een hele samenleving.
We leven uiteraard in het hier en nu en dit is onze last om te dragen.
"Eens in een generatie", luidde het eerder deze week in
de media. Laten we echter niet vergeten dat er ooit een pestepidemie
heerste die meer dan de helft van Europa uitmoordde. Men spreekt
niet voor niets over "de waanzinnige veertiende eeuw".
Ja, dan komen we er met vereende krachten nu misschien wel beter
vanaf. Ongetwijfeld gaat dit in de toekomst nog tot stripverhalen
leiden. Liefst niet de eerstkomende vijf jaar of zo...

Het leed, de angst, en soms ook de dubbelzinnigheid van deze pandemie
hebben overigens ook striptekenaars aan het denken gezet. Op Facebook
deelde Charel Cambré bijvoorbeeld bijna
dagelijks cartoons met een humoristische twist. Anderen zijn hem
gevolgd en hebben voor menig dagelijks lichtpuntje in duistere tijden
gezorgd. Waarvoor veel dank! Bijzonder beklijvend was trouwens het
eerbetoon van Milo Manara aan al wie ten strijde
trok tegen het virus.
Gelukkig
waren er in 2020 ook veel nieuwe uitgaven in het stripwereldje.
Ondergetekende is een groot westernfan en wat dat betreft was 2020
een topjaar. We begonnen met een ode aan Blueberry van
Christophe Blain en Joann Sfar
die ons wist te bekoren. Er volgden zowel nieuwe reeksen als vervolgen:
Marshal Bass, Duke, Tex Willer, Het
Venijn, Lucky Luke, West Legends, De
Blauwbloezen en dan ben ik er ongetwijfeld nog een heleboel
vergeten.
 |
|
Een
andere trend die naadloos van 2019 over 2020 naar 2021 doorloopt
is die van de integrale uitgaven. Voor de stripverzamelaar de uitgelezen
kans om klassiekers in huis te halen zonder fortuinen neer te tellen.
Wie kent Piet Pienter en Bert Bibber nog? Of de reeks Bakelandt,
die eerlijkheidshalve stilaan de vergetelheid in dreigde te geraken.
Beide reeksen doen het bijzonder goed in hun intregaal jasje, en
volkomen terecht! We blijven het uitgavebeleid van de uitgeverijen
wat dat betreft nauwlettend volgen. Begin 2021 komt de western Chinaman
er bijvoorbeeld aan. Een aanrader!
Ook de Vlaamse strip was dit jaar alomtegenwoordig. Jommeke
vierde zijn driehonderdste album. En Suske en Wiske mochten
vijfenzeventig kaarsjes uitblazen. Waar het bij Jommeke
uiteraard maar om één speciaal Jomme-album
ging, stonden er voor Suske en Wiske toch wel wat bijzondere
dingen op til. Paul Geerts tekende voor het eerst
sinds lang nog eens een verhaal. De Preutse Prinses deed
ons met nostalgie terugdenken aan onze eigen jeugd. Het tekenwerk
althans. Wat het verhaal betreft, beseffen we dat we de reeks wat
ontgroeid zijn. Het is allemaal wat braafjes, daar waar we stiekem
vuurwerk verwacht hadden. Nog specialer was de uitgave van De
Sonometer,een verhaal dat voorbestemd was voor het weekblad
Kuifje en aldus zijn plaats gemist heeft in de illustere
Blauwe Reeks, toch wel Willy Vandersteens paradepaardje.
Van het verhaal bestonden een paar lijnen synopsis en wat schetsen.
Duizendpoot Dirk Stallaert en François
Cortegianni deden hun best om hier een album van te maken
dat aansluiting vond bij zijn voorgangers. Ook deze missie sloeg
de bal wel een beetje mis. We kunnen hier een en ander van leren...
Vandersteen was een topverteller wiens fantasie quasi niet te evenaren
valt. Suske en Wiske blijft met zijn tijd meegaan en zo
hoort het ook. Een album maken om zuiver en alleen op de nostalgie
van een groep lezers in te werken is in dat licht niet meteen de
beste optie. Het siert Standaard Uitgeverij dan
weer om toch te blijven investeren in hun topreeksen. |
|
JOHAN
DECLOEDT: Meden en
Perzen
Het klimaat
quasi definitief op hol. Brexit-Boris die nog jaren
damage control als hoofdtaak zal hebben. Biden met de schier
uitzichtloze taak om een diep verdeelde USA terug echt great
te maken. België dat plots zal ontwaken met een totaal ontspoorde
begroting en een belastingtsunami om putten te vullen. Populistische
dictators die overal ter wereld rampzalige punten scoren voor hun
achterban. En daar bovenop ook nog een virus dat ons dagelijks leven,
in het beste geval, totaal overhoop gooide. Ja, 2020 kan tellen
als disruptief jaar. 2021 moet en zal dus het jaar van de hoop worden.
Fingers crossed.
Gelukkig maar dat de stripwereld, een van de meest belangrijke bijzaken,
ons dan ook dit jaar het broodnodige "vertier ende vermaak"
schonk.
Ik heb dit jaar veel strips gelezen, niet alleen de nieuwe van 2020,
maar ook de oude uit mijn collectie. Ik blijf genieten, herlezing
na herlezing, van klassereeksen als Comanche, Bruno
Brazil, Lanfeust, Kobijn, de vroege Lefrancs
en Rik Ringers, Olivier Blunder en vele, vele
anderen. Het blijft een ijzeren wet van Meden en Perzen, maar zowel
verhaal als tekeningen moeten goed zitten.
 |
|
En
dit brengt me naadloos bij de (langlopende) reeksen. Ik onderscheid
vier types:
1. Vooreerst de veteranen. Reeksen waarbij diverse
nieuwe tekenaars en scenaristen ervoor zorgen dat we kunnen blijven
genieten van onze geliefde helden. Meestal met wisselend succes,
maar in 2020 was de spoeling eerder zeer dun te noemen.
2. Daarnaast zijn er de toppers. Relatief nieuwe
reeksen die ons blijven charmeren, met als onbetwistbaar hoogtepunt
deze over de werelden van Arran. Orks & Goblins, Dwergen,
Magiërs en Elfen. Zelden heb ik me een aankoop
beklaagd. Integendeel. Een goede tweede hier is de reeks Centaurus,
dit jaar afgesloten met Het Dode Land.
3. Vervolgens kennen we allemaal de net-nieters.
Reeksen die zeer sterk startten, maar te veel uitgemolken worden
(bijvoorbeeld Wunderwaffen) en reeksen die absolute toppers
afwisselen met te mijden aankopen (bijvoorbeeld De Grote
Zeeslagen).
4. Afsluiten doen we met de beloften. Recent opgestarte
reeksen die ons nu uiterst charmeren (De Beestenburcht,
Op Mars_, Ter, U.C.C. Dolores) en waarbij
we hopen dat ze volgend jaar bij de toppers zullen behoren of minstens
beloften blijven.
 |
|
En
ook dit jaar was er geen ontkomen aan de integralenvloedgolf. Ideaal
om je eindelijk de reeksen aan te schaffen die kwalitatief zijn,
maar die je om een of andere reden nog niet in huis haalde. Maar
ook aartsmoeilijk om te beslissen welke je zal aankopen waardoor
je afscheid zal dienen te nemen van je zo gekoesterde individuele
albums. Onze ruimte is nu eenmaal beperkt. Dit jaar gaan de prijzen
naar Bloedkoninginnen: Eleonora, Trigië,
Nero - De Stallaert-jaren en Bakelandt. De gemene
deler bij de laatste drie is zonder twijfel de aanwezigheid van
uitgebreide en kwaliteitsvolle dossiers. Eleonora heeft
dat zelfs niet nodig om een topaankoop te zijn.
 |
|
Naast het reeksenverhaal
en het geweld van de integralen zijn er nog een aantal albums die
me dit jaar charmeerden. In willekeurige volgorde zijn dat Keizerin
Charlotte deel 2, Yasmina (Het Geheim van de Chef),
Astrid IJskoud (Hoe Je een Yeti Koudmaakt), Tot
de Laatste, De Slang en de Speer en het Baard
en Kale-verhaal Waar is Kiki Gebleven?.
En alvorens banvloeken over me heen te krijgen: nee, ik heb Het
Beest, De Wolf, De Bom en een honderdtal
andere albums nog niet kunnen lezen. Maar ik heb geen nood aan nog
eens drie of meer maanden "zachte" lockdown om ze allemaal
te lezen. Zonder gaat ook.
Op naar 2021. Ik wens iedereen uiteraard een goede gezondheid en
vele, vele hartverwarmende, spannende, uitdagende, meeslepende,
verbazingwekkende en originele strips. Afsluiten doe ik graag met
de gekende wijsgeer M. Carey: "All I want
for Christmas is... a vaccine." |
|
WIM
DE TROYER: Wolla,
wat een sausloos jaar!
Over
dit jaar ga ik niet te veel zagen, want het was een rotjaar. Qua
strips hadden we dan echter wel enkele troostgevende lichtpunten.
Opvallend in mijn persoonlijke collectie is dat ik steeds minder
geneigd ben reeksen aan te schaffen of op te volgen, en eerder aangetrokken
ben tot verhalen die in één of twee albums verteld
zijn. Ik zou daar theorieën kunnen over spuien, maar hoe het
komt, weet ik zelf niet goed. Ik word oud.
Als ik mijn shortlist bekijk valt me ook op dat er weinig vrolijke
verhalen tussen zitten. Angst, weltschmerz, verslaving, zelfmoord,
pedofilie, waanzin... Sjonge jonge toch, wat een vrolijke boel!
Laat ik dan maar beginnen met het album dat me het hardst heeft
doen lachen: Groepstherapie van Manu Larcenet.
Zwartgallig, akkoord, en zeer snedig, maar de pure expressieve kracht
van Larcenets aardappelneusventjes doet me elke keer onbedaarlijk
schuddebuiken. Zijn integrale editie van Blast kon ik dit
jaar ook voor het eerst in het Nederlands lezen, daar viel veel
minder in te lachen, maar het is en blijft de sterkste beeldroman
in jaren.
 |
|
Ik
heb een zwak voor sfeer. Een goedgeplaatste prent waarin niets gebeurt,
of waar je even kan verpozen tussen de denkrimpels van een karakterkop,
daar kan ik zo enorm hard van genieten. Soms moet ik zelfs de plot
niet helemaal begrijpen om er van te genieten. Qua sfeerschepping
met de meeste plot staat De Wolf van Jean-Marc
Rochette in mijn eindejaarslijstje. Het ideale album om
achter een knetterend haardvuur te lezen terwijl buiten de wolven
huilen in een sneeuwstorm. Minder plot, maar heel wat meer sfeer
is dan weer het œuvre van Ward Zwart, die
ons in 2020 helaas ontviel. Zijn Wolven en Ik Kom van
Ver Maar Blijf niet Lang zijn pareltjes die ik koester. Dank
je wel voor de pracht. Daedalus van Charles Burns
is de start van een nieuwe reeks. De personages zijn geïntroduceerd,
de sfeer is er, we weten alleen nog niet WAT er gaat gebeuren. Ik
zit alvast popelend te wachten op meer. En dan nu het album met
het meeste sfeer, maar waarbij de plot zo ver zoek is dat we het
niet aandurfden hem te bespreken. Ik volg Ibrahim R. Ineke
al enige tijd, en ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik van
zijn albums geen hol versta. Maar ik vind ze wel mooi, en als ik
me intelligent voel, ga ik er eens lekker voor zitten en sta ik
weer met beide voetjes op de aarde. Zijn ZΩe doet
wat ik van zijn werk verwacht, het daagt me uit, het prikkelt me.
Wie echter uit is op een "wie, wat, hoe, wanneer"-verhaal:
mijden die handel!
 |
|
RIP 1: Derrick
was een beetje de verrassing voor me. De collega's hadden hem me
aangeraden, en inderdaad: een zeer amusante, lijkzwarte strip. Diezelfde
collega raadde me ook Jazz Maynard aan, en weerom had hij
gelijk.
Twee albums die niet mochten ontbreken in mijn eindejaarsoverzicht
zijn Aaron van Ben Gijsemans, een huzarenstukje
van vertelkunst over een jongeman die worstelt met zijn pedofiele
neigingen, en Vrijwillig Dood, een opnieuw somber album
over zelfmoord. Zeer mooi vormgegeven door uitgeverij Scratch
Books. Die moeten we echter eens heel hard aan de oren
trekken, want van het handvol albums van hen dat we lazen, ontdekten
we toch telkens taalkundige slordigheden, tot dt-fouten toe. Dat
kan niet, dat mag niet.
Om dit stukje, mijn jaar en jouw leeservaring op een positieve noot
te beëindigen: voor Kerstmis deed ik me dit jaar Pieter
De Poortere's tweede Boerke Bijbel cadeau. Zo
is de sfeer alvast gered. Snij de kalkoen aan, James, en schenk
ons nog eens in. Op een beter jaar, mooiere tijden, op jouw gezondheid
en die van je geliefden, beste lezers. Proost! |
|
KOEN
DRIESSENS:
Die traktaties van 2020!
Door omstandigheden kwamen we het afgelopen jaar minder vaak in
de stripwinkel dan ons lief was (maar vaker dan ons lief (de meeste)
vrouwen en strips, 't zal nooit wat worden). De keren dat het wel
kon, voelden dan wel weer als ware traktaties aan. De boeken en
albums op de schappen kregen als vanzelf een patina van begeerlijke
exclusiviteit. Herinner je, wat een sof toen in het voorjaar de
boekhandels dicht moesten blijven, maar we beten op onze tanden
en gaven niet toe aan de verleiding strips in de supermarkt te kopen!
En herinner je, wat een heerlijke paar weken, toen enige tijd geleden
behalve de grootgrutters alleen de boekhandels open mochten blijven.
De boekenliefhebbers ruleden de winkelstraten!
Chapeau voor de stripbedrijvers dat ze ondanks alles stug doorgewerkt
hebben. Uitgevers bleven uitgeven, vertalers vertalen, recensenten
recenseren en auteurs... euh schrijven en tekenen. We stellen ons
zo voor dat auteurs — niet afgeleid door buitenhuiselijke
bekommernissen — van hun confinement en de gewonnen
zeeën van tijd dubbel en dik gebruikgemaakt hebben om zich
ten volle aan hun métier te wijden en meesterwerken te creëren
die binnenkort in de stripwinkel zullen liggen. 2021 is wat dat
betreft zeker een stripjaar om naar uit te kijken, mogen we hopen.
Dankzij de plichtsbewuste ijver van stripmakers deden we, trouw
aan onze stripwinkel, zelfs het afgelopen jaar enkele ontdekkingen
en tikten we weer knappe werkstukjes op de kop. En wat boffen wij
in dit kruispuntlandje toch van het ruime aanbod internationale
strips dat in onze stripwinkels terechtkomt of zelfs vertaald raakt.
Van het vertaalde moois van 2020 willen we jou, lezer, zeker deze
vijf titels nog eens inprenten. Als je het afgelopen jaar niét
in een stripwinkel bent geraakt of niét aan lezen bent toegekomen
wegens te druk met hamsteren, zoomen of ruziën met huisgenoten:
haal je schade in met deze titels!
 |
|
1. Zwarte
Waterlelies (Didier Cassegrain + Fred Duval, naar Michel Bussi).
Die tekeningen! Die plot! Die perfectie!
2. Karmen (Guillem March). Die stad! Dat kapsel! Die sproetjes!
3. Kent State (Derf Backderf). Die triggerhappy
bottinekes! Dat noodlot! Die research!
4. De Wolf (Jean-Marc Rochette). Die ruwe schoonheid! Die
bergen! Die oerkrachten!
5. Onklopbaar 2 (Pascal Jousselin). Die zotheid!
Die originaliteit! Die onklopbaarheid! |
|
DAI
HEINEN: Voltreffers
en flops
Toen ik mijn jaarlijkse stripoverzicht voor 2019 schreef, had nog
bijna niemand van covid-19 gehoord en zag de wereld er heel anders
uit dan nu. Persoonlijk ben ik het jaar gezond doorgekomen, maar
mijn vakanties naar exotische en avontuurlijke landen zijn uitgesteld.
Hopelijk brengt 2021 meer positieve dingen voor de wereld dan 2020.
Gelukkig bracht 2020 ook weer genoeg mooie stripalbums en was het
elke keer weer een dilemma wat ik meenam uit de stripwinkel en welke
albums ik soms met moeite achterliet. Ook deze keer was het daarom
weer een lastige opgave om mijn persoonlijke top-10 samen te stellen.
Op basis van willekeurige volgorde kom ik tot onderstaande top:
 |
|
 |
|
1.
Uitgeverij Microbe brengt niet heel veel uit, maar
wat er verschijnt, is wel goed. RIP deel 1 vond ik een
van de beste verhalen van dit jaar. Het gaat over de belevenissen
van een groep schoonmakers die huizen van overleden personen opruimt.
2. Ook het debuut Wild West 1: Calamity Jane
was meer dan geslaagd. Genieten van het verhaal en de tekeningen,
wat wil een striplezer nog meer?
3. Tot de Laatste was een voltreffer van
Saga Uitgaven, een harde western met een spectaculair
einde.
4. De positieve reviews waren volkomen terecht
voor Spider-Man: Life Story. Peter Parker wordt daarin
ouder, maar zijn vijanden ook. En als de tekeningen ook nog van
Mark Bagley zijn, is het geheel nog mooier.
5. Nu Centaurus deel 5 is verschenen,
ging ik over tot het aanschaffen van de hele reeks, ik was nog onbekend
met het werk van tekenaar Zoran Janjetov, maar
wat een talent. Normaal ben ik geen grote fan van sciencefiction,
maar dit keer ben ik blij dat ik deze reeks heb mogen ontdekken.
6. USS Constitution deel 1, na Atilla,
Mijn Geliefde... en De Piraten van Barataria een nieuwe
reeks van tekenaar Franck Bonnet. Ook het schrijven
gaat hem goed af.
7. Gilles de Geus integraal deel 1 en
2. Het blijft jammer dat er geen nieuwe albums meer verschijnen
van de Nederlandse Asterix. Met name de tweede integraal
bevat enkele zeer goede verhalen met onder andere De Revue
en De Batavia.
8. De Nieuwe Avonturen van Roodbaard deel
1, een geslaagde terugkeer van de bekendste strippiraat. We moesten
er vele jaren op wachten, maar het nieuwe duo levert goed werk af.
9. De Slang en de Speer deel 1, alleen
al voor de tekeningen van Hub is het de aanschafprijs
waard. Sinds Quetzalcoatl ben ik een fan van Inca-strips,
jammer dat er maar zo weinig zijn.
10. Rani deel 8, aan alles komt een einde.
Hoe jammer het soms ook is, want de avonturen van Jeanne Dubois,
beter bekend als Rani, waren meer dan de moeite waard.
Niet alle nieuwe strips kunnen de top-10 halen, maar dat is geen
reden om enkele geslaagde aankopen alsnog te benoemen in mijn persoonlijke
terugblik. De Schorpioen gaat verder met een nieuwe tekenaar,
maar de reeks is zeker nog niet versleten. Het begin van Black
Squaw is veelbelovend en Carthago is soms wisselend
van kwaliteit, maar blijft interessant. Tango leest lekker
weg, maar is nog niet de nieuwe Bernard Prince. Tanguy
en Laverdure Classic is een prima retrostrip. Uitgeverij Arboris,
waar blijven de ontbrekende albums van de hoofdreeks? De Onthoofde
Arenden is een van de betere middeleeuwse ridderstrips, jammer
dat het einde van de reeks in zicht is. Storm is op de
weg terug als we ons op Het Offer van Narvatica baseren.
In De Nieuwe Wereld waren alle recepten aanwezig voor een
geslaagde Inca-strip.
Behalve voltreffers en geslaagde aankopen waren er toch ook dit
jaar weer genoeg reeksen waar ik meer van had verwacht, zoals Blake
en Mortimer in handen van Jean Dufaux. Hopelijk
blijft het bj zijn twee albums, want dat buitenaardse vind ik toch
minder passen bij deze reeks. Met Murena bewijst Dufaux
dat hij wel degelijk goede verhalen kan schrijven, maar de nieuwe
tekenaar Theo is toch beduidend minder dan wijlen
Philippe Delaby. Het eerste album van zijn hand
viel nog mee, maar halverwege zijn nieuwe album gaat de kwaliteit
heel snel achteruit.
Hommagestrips zijn over het algemeen niet zo mijn ding, de Blueberry
door Christophe Blain en Joann Sfar
kon me niet bekoren qua verhaal en tekeningen. De Ridders van
Heliopolis: iets vreemder vinden dan dit is een uitdaging.
De Jonge Jaren van Thorgal: wat voegt deze reeks nog toe
aan het personage? U.C.C. Dolores: Didier Tarquin
is een uitmuntend tekenaar, maar ik lees toch liever Lanfeust
met Hebus dan een non met een ruimteschip.
Zoals elk jaar zijn er ook weer reeksen die je teleurstellen, daarom
ook deze keer de floptop-5:
1. Jeremiah wordt ieder jaar net iets
slechter. Een knappe prestatie, want het is al jarenlang niet best.
2. Thorgal: nooit verwacht de Viking hier
terug te vinden, maar het was deze keer wel heel mager.
3. Duke: potentieel genoeg, maar ook na
vier delen komt het er nog altijd niet uit
4. Ythaq: heeft Arleston
er nog wel zin in?
5. I.R.$.: wanneer wordt Larry weer belastinginspecteur?
Waar hoop ik op voor 2021?
• De nieuwe Blake en Mortimer op scenario van Jean
Van Hamme. Zal de oude meester weer zijn zoveelste topstuk
presenteren?
• Integrale uitgaven van Jerome K. Jerome Bloks.
• Een nieuwe De Familie Doorzon door Gerrit
de Jager. |
|
WOUTER
PORTEMAN:
In vraag stellen
1.
Corona, je kan er niet omheen. Beroepsmatig ben ik actief
in de medische sector die rechtstreeks beïnvloed wordt door
covid-19. Bij het begin van de eerste, volledige lockdown leefde
ik precies op een andere planeet. Er kwam een nooit geziene tsunami
aan werk over me heen. Ik zie mezelf nog cruisen op een volledig
lege E17, terwijl op de radio een reporter aan een of andere viroloog
vroeg of je van scheten ook corona kreeg. Het antwoord heb ik niet
volledig gehoord omdat de gsm weer overging met alweer een urgent
leveringsprobleem. Terwijl ik net niet verzoop, stond de wereld
stil. Alle vrienden, kennissen en media bekwaamden zich in zolders
opruimen, netflixen, taarten bakken, e-peritieven en andere chille
zaken om de tijd en de angst te verdrijven. De wereld stond stil,
sloot zich op in zelfbeklag of vond zichzelf uit. Dezelfde reacties
zag je in de stripwereld. Sommige stripspeciaalzaken heropenden
opgelucht hun onveranderde winkels. Anderen omhelsden deze noodgedwongen
pauzeknop en stelden zichzelf in vraag. Ze pakten uit met wekelijkse
signeersessies, videostreaming van tekenbattles, speciale ex-librissen,
limited editions, huisleveringen, enzovoort. Het gaf me hoop. Hoop
dat er nog steeds lokale winkels zullen zijn zolang ik strips blijf
lezen en verzamelen.
 |
|
2.
2020 was een jaar met enorm veel stripgerelateerde overlijdens.
Plots viel me op hoe oud mijn striphelden zijn. Ben ik een ontkennende
postzegelverzamelaar met oogkleppen op? Wie zorgt er nog voor vernieuwing
in de mooiste hobby aller tijden? Ook de zogezegde nieuwe generatie
met Simon Spruyt, Jordi Lafebre
en Wauter Mannaert zijn al prille veertigers. Dertigers
Brecht Evens, Michaël Olbrechts,
Aimée de Jongh en vooral Bastien
Vives staan er wel en bereiken een groter publiek, maar
waar zijn de (andere) Vlaamse equivalenten? En waar zijn in hemelsnaam
de twintigers? We hebben toch al jaren specifieke stripopleidingen!
En plots waren ze daar. Eén lichting pas afgestudeerden van
het Brusselse Luca School of Arts met stuk voor
stuk debuten die er stonden. Thibau Vande Voorde
(De Kever en de Koning), Dido Drachman
(Zwanendrifters), Stephan Louwes (Limbo),
Mattias Ysebaert (Uitzicht met Kamer,
Inbreker) en Karolina Szejda (Tram
5). Ze combineerden in hun debuten originaliteit, verfrissing
én leesbaarheid. Ontdek ze. Het gaf me hoop. Hoop dat er
nog steeds goede striptekenaars zullen zijn die me zullen verrassen
terwijl ik in het rustoord wacht op mijn door een roerzeef gedraaide
wap (worst, appelmoes en patatten).
3. Corona.
Fuck corona. Tussen de lockdowns door profiteerde ik ervan om mij
cultureel te laven. In Brussel heb ik in alle intimiteit overweldigende
tentoonstellingen gezien van Juanjo Guarnido en
Didier Comès. Zo mooi. Zo mooi. Zo... Het
gaf me tegengewicht voor de vele geannuleerde stripbeurzen en -festivals.
Die expo's verdienden een stormloop aan bezoekers, de coronavrije
Keith Haring-expo achterna, maar corona besliste
anders. De Guarnido-expo in het Belgisch Stripcentrum
is gelukkig nog maar eens verlengd. Mis die niet. Het geeft hoop.
Veel hoop. En laat 2021 alstublieft beginnen met een geweldige expo
over de terechte Bronzen Adhemar-winnaar Charel
Cambré.
4. Wat het
coronajaar 2020 als inspiratie gegeven heeft, krijgen we volgend
jaar wel te zien in de stripwinkels. Maar 2020 was, in tegenstelling
tot het makke 2019, een grand cru-jaar.
Mijn top-10:
1. Zwarte Waterlelies
2. De Slang en de Speer 1
3. De Beestenburcht 1 en 2
4. Het Beest 1
5. Keizerin Charlotte 2
6. Tot Ziens Daarboven
7. Knock-out
8. De Kever en de Koning
9. RIP 1
10. De Bom
En dan vergeet ik nog De Aanslag, Tram 5, Het
Goud van de Zwendelaar, Alleen in Berlijn, Driftwereld,
Tot de Laatste, De Gevoelige Mannenclub, Manu
Larcenets Ravian en Groepstherapie (de
integrale heruitgave van zijn Blast blijft de beste strip
van de laatste twintig jaar), De Wolf, Posthumus,
Blue Note, Vrijwillig Dood, Aaron, De
5 Rijken,... en andere Amorassen. Het was echt, echt
een uitstekend stripjaar. Het geeft hoop. Veel hoop. En nu op naar
een geweldig 2021! |
|
MARIO
STABEL: Dark days are over... NOT!
In 2017
weigerde ik nog resoluut om Het Verslag van Brodeck van
Manu Larcenet een eerste plaats te gunnen in onze
jaarlijkse toplijst. Sterk dubbelalbum, daar niet van, maar omdat
het een verstripping van een roman van Philippe Claudel
was en geen origineel scenario, vond ik een gouden medaille net
dat beetje te veel eer. Als we drie jaar later nog steeds dit criterium
willen aanhouden, zou mijn jaarlijks lijstje nu vooral uit brave
familiereeksen bestaan. We zien immers meer en meer gerenommeerde
stripmakers aan de slag gaan met klassieke gevestigde waarden om
hun verhaal te rebooten, hertalen of (in zeldzame gevallen) zelfs
schaamteloos te kopiëren.
Zo haalde De Beestenburcht de mosterd bij George
Orwell, Muizen en Mensen bij John Steinbeck,
De 5 Rijken bij George R. R. Martin, Het
Beest bij André Franquin en dit lijstje
kan zo nog wel even doorgaan... Hoewel dit in de voornoemde gevallen
steeds geleid heeft tot zeer sterke albums, is dit toch een tendens
die ik met argusogen in de gaten houd.
Corona zorgde natuurlijk voor een ernstige crisis binnen het cultuurlandschap
en o, wat mis ik de concerten, de toneelvoorstellingen, de literaire
lezingen,... die steeds maar uitgesteld, verplaatst of afgelast
werden. De map met virtuele vouchers op onze computer is de laatste
maanden dan ook serieus uit haar voegen gebarsten. Daarnaast ontdekten
heel wat mensen weer de geneugten van een goeie wandeling, truien
breien of het lezen van een sterk boek. Mijn stripspeciaalzaak begon
tijdens de eerste lockdown met leveringen aan huis en dat bleek
een eclatant succes. Hij is dan ook een van de enige zelfstandigen
die ik nog niet heb horen klagen... Mensen hadden plots weer tijd
(én hopelijk wat geld!) om zich met strips bezig te houden.
Of corona en de bijhorende perikelen mijn smaak onbewust wat veranderd
hebben, durf ik niet te zeggen, maar het is zeker een feit dat mijn
jaarlijst heel wat inktzwarte titels bevat en de happy endings vaak
ver te zoeken zijn. Zeldzame uitzonderingen hierop zijn de integralen
van Govert Suurbier en Gilles de Geus en Baby
op Komst, een dicht familielid van onze topper van 2018: De
Grote Boze Vos.
 |
|
Veruit
het donkerste album dat ik dit jaar gelezen heb, is het zelfmoordverhaal
Vrijwillig Dood van Steffen Kverneland.
Op een magistrale manier tekent en schrijft hij zijn demonen van
zich af, maar tegelijk laat hij je ook achter met een verschrikkelijk
unheimlich gevoel. Diezelfde mokerslagen op het onderbewuste kregen
we van Kent State (Derf Backderf) en Muizen
en Mensen (Rébecca Dautremer). Die
laatste was een spectaculaire visuele compositie op het gelauwerd
libretto van Nobelprijswinnaar John Steinbeck. Bij Bries
verscheen pas nog Ik Kom van Ver Maar Blijf niet Lang (Ward
Zwart en Enzo Smits): een knappe, nihilistische
vertelling over opgroeien in een klein stadje. De Bom (Alcante,
Laurent-Frédéric Bollée en
Denis Rodier), het epos over uranium, atoombommen
en een hoop oorlogsleed, kan een groot deel van de geschiedenislessen
in een zesde middelbaar vervangen. Eldorado (Damien
Cuvillier en Hélène Ferrarini)
was een verhaal met heel wat laagjes en deed me walgen van zoveel
onrecht. De Wolf (Jean-Marc Rochette)
maakte ons deelgenoot van de heroïsche strijd tussen een oude
man en een wolf en bekoorde door zijn weidse landschappen en visuele
stiltes. RIP (Gaet's en Julien
Monier) wordt een conceptreeks met perspectiefwisselingen
en de Marsipulami bleek bij Frank Pé en
Zidrou dan toch niet zo'n aardig beest.
 |
|
Tegenvallers
waren er ook: Little Nemo van diezelfde Frank Pé
was prachtig getekend, maar de verhaaltjes bleken nog flinterdunner
dan die van Winsor McCay zelf. Het Goud van
de Zwendelaar (Juanjo Guarnido en Alain
Ayroles) werd al vijf jaar geleden met veel bombarie aangekondigd,
maar stelde me op bijna alle vlakken teleur. En over De Sonometer
wil ik het zelfs niet meer hebben: boerenbedrog in strookjes
noemen we zoiets.
Ik lees ook graag eens iets Engels en ik ben blij dat mijn stripwinkel
een serieus aanbod in zijn assortiment heeft zitten. Het zou met
de nakende Brexit wel eens een stuk moelijker kunnen worden om onze
stuff direct bij de bron te halen. Dit jaar werd ik weer genaaid
door de douane omdat ik bij de kleine Amerikaanse uitgeverij Kymera
Press een exemplaar van Pet Noir besteld had.
Gelukkig was de strip ruimschoots de moeite. Ik maakte ook kennis
met Shortbox, een Britse smallpressuitgeverij die enkele
leuke strips in het aanbod heeft zitten. Ik was vooral gecharmeerd
door hun titels Dead End Jobs for Ghosts en Gonzalo.
Craig Thompson liet met Ginseng Roots ook
weer wat nieuw werk op de goegemeente los, maar na de eerste vijf
comics zijn we nog niet volledig mee met zijn biografisch en didactisch
werkje over de ginsengoogst in zijn thuisstadje.
Grant Sniders I Will Judge You by your Bookcover
neemt een loopje met al die literatuurliefhebbers die zichzelf te
serieus nemen, The Book Tour (Andy Watson)
is een kafkaiaans verhaal waarbij ik heel wat keren strijk heb gelegen
en de titel The Loneliness of the Long-distance Cartoonist
(Adrian Tomine) spreekt voor zichzelf. En na negen
delen blijft de manga Beastars van Paru Itagaki
nog altijd even fris.
En dan hebben we door het rijke aanbod van november en december
nog een half metertje strips te gaan...
Soit, zo komen we tot de volgende lijst:
1. Muizen en mensen
2. Het Beest 1
3. RIP 1
4. De Beestenburcht 1 + 2
5. Vrijwillig dood
6. Govert Suurbier integrale 1
7. I Will Judge You by your Bookcover
8. Kent State
9. Baby op Komst
10. The Book Tour
11. Eldorado, De Bom, Ik Kom van Ver Maar Blijf
niet Lang, Pet Noir, The Loneliness of the Long-distance Cartoonist,
Beastars, De Wolf, de integralen van Gilles de Geus, Piet Pienter
en Bert Bibber en Trigië.
Een mooie oogst noemen we dit en kiezen bleek nog maar eens verliezen
in 2020. Maar om kattenbeest Mooch uit Patrick McDonnels
Mutts te citeren: "There's always something to
purr about...!" Ook in 2021, daar zijn we zeker van! |
|
DAVID
STEENHUYSE:
Soelaas in kinderstrips
Los van corona, waar ik het nu eens niet verder over zal hebben,
zal 2020 me bijblijven als het jaar waarin we van bijzonder veel
stripmakers afscheid moesten nemen. Het verlies van Albert
Uderzo, Juan Giménez, René
Follet, Malik en Berck
leek me de grootste impact te hebben, afgaande op de vele reacties
op sociale media in binnen- en buitenland. De hoeveelheid sterfgevallen
maakte van me een geroutineerde schrijver van overlijdensberichten,
een activiteit die je vooral NIET wil uitvoeren. De vaak hoge leeftijden
van deze overleden auteurs tegenover hun nog in leven zijnde generatiegenoten
doet me vrezen dat ook in 2021 weer veel auteurs
zullen sterven. En samen met hen worden wij — jij en
ik — ook ouder. Laten we die auteurs liever nu dan pas na
hun overlijden blijven eren. Nu hebben ze daar nog wat aan. Wanneer
ze er niet meer zijn, gaan ook hun kennis, ervaring en getuigenissen
over vervlogen periodes in de stripgeschiedenis verloren.
Vandaar dat ik achtergronddossiers in integralen zo belangrijk vind,
liefst als de auteurs in kwestie nog zelf feiten kunnen bevestigen
of tegenspreken, waarbij nieuwe informatie net zo goed getoetst
wordt aan getuigenissen en anekdotes van anderen. De laatste jaren
kreeg ik de kans om daar zelf een bijdrage aan te leveren als grafisch
vormgever (nog steeds mijn hoofdberoep) en/of als medesamensteller.
De tijd en energie die je erin stopt, haal je er met de collega's
uit de speciaal samengestelde teams financieel niet uit, maar ik
acht het een broodnodige missie om levens en carrières van
gewaardeerde stripmakers en geschiedenissen van stripreeksen te
helpen vastleggen.
Mede door dat werk, en de uitoefening van ander zelfstandig werk,
kon ik in 2020 minder strips lezen en tevens bespreken dan gewoonlijk.
Als je vele dagen na een dag- of avondtaak pas rond middernacht
in de zetel kan ploffen en daarin in slaap valt, kan het lezen van
een strip er echt niet meer bij. Wat zou ik daarover klagen als
ik in eigen kring zag hoe zwaar verpleegkundigen en dokters het
hadden? Het updaten van onze sociale media en deze website lukte
nog net, maar hiervoor stuitte ik toch op de limieten tussen vrijwillig
en betaald werk, waarbij onvermijdelijke deadlines op dagelijkse
of maandelijkse basis horen. Dat ging ten koste van bepaalde rubrieken
en het aantal besprekingen die van mijn hand hadden kunnen komen.
2021 belooft op dat gebied niet veel beterschap, maar een gloednieuwe
site staat wel degelijk geprogrammeerd en moet het wat vergemakkelijken.
By the way, voor wie wat onbezonnen vrolijkheid zoekt in
donkere dagen, biedt het lezen van kinder- en jeugdstrips soelaas.
Ik heb me geweldig geamuseerd met een aantal albums voor de jongste
leeftijdscategorieën die je in mijn persoonlijke toplijstje
hieronder zal terugvinden.
Heel wat toppers van mijn collega's op deze pagina heb ik nog niet
kunnen lezen, zodat ik voorrang kon geven aan wat zij niet altijd
konden of wilden bespreken. Van wat ik dus wel las, kan ik de volgende
titels warm aanbevelen. Gemakshalve vermeld ik geen integralen,
want die vind ik stuk voor stuk een aanwinst, ook degene waarin
dossiers een inhoudelijke en/of grafische tegenvaller zijn.
• De Deentjes: Secuur opgebouwd klopjachtverhaal
over ras en resistentie. Met een vreemde epidemie en aanslagen.
• Robin Hoed: Op naar Absurdistan: Ondanks de fout
in de samenstelling van de pagina's een heerlijk weerzien met een
succesreeks uit het weekblad Kuifje. De reeks staat op
mijn wenslijstje om er een integrale van te maken.
• Het Spookt op Nummer 113 deel 1: Jolige griezelstrip.
Hier word ik heel blij van.
 |
|
• Nestor
Burma deel 14: Een van de beste, meest consistente detectivereeksen.
• Snowpiercer: De IJstrein hoort al een
drietal decennia tot een van mijn favoriete albums aller tijden.
Het vervolg, dat in deze bundel werd toegevoegd, getuigt van een
even sterke basis, al blijft de oorspronkelijke kille thriller wel
op eenzame hoogte staan.
• De Nieuwe Avonturen van de Kunst: Spitante, giftige
en anekdotische portretten van moderne kunstenaars. Willem op zijn
best.
• De fantasyreeksen Dwergen, Elfen, Magiërs
en Orks & Goblins: Deze conceptreeksen vallen vooralsnog
niet tegen. De meeste albums bieden je ook veel kijkplezier.
• Negalyod: Een en al een rip-off van Mœbius,
maar dat stopt Vincent Perriot ook niet onder stoelen of banken.
Het album begeesterde me van de eerste tot de laatste pagina.
• Yasmina deel 1: Nog zo'n voltreffer voor de jeugd.
Wat een enthousiasme spreekt er uit het kokende meisje dat rebelleert
tegen onrecht. Zo naïef nog, maar een voorbeeld voor veel verbitterde
volwassenen.
• Batman: Damned en Batman: White Knight:
Jeij, Dark Dragon Books brengt ons Batman-vertier, meteen
met ijzersterke cyclussen. Voor Sean Murphy's werk heb ik al langer
een boontje.
• De Buitengewone Reis deel 4-5-6: De tweede cyclus
zet de toon verder, en die toon klinkt als een zaligheid in mijn
oren.
• Het Diner: Op de valreep van 2020 nog een feelgood
ensembleverhaal, sensueel getekend en ingekleurd ook.
• Wika deel 3-4: Het scenario ontspoort in een ingewikkeld kluwen, maar die tekeningen, zeg!
• Een Familie in Oorlog deel 1: Geweldige opener
van een nieuwe familiereeks.
• Nero: De Toet van Tut: Een paar keer kunnen schateren
met een geestig hoteldebotelverhaal naar het voorbeeld van Marc Sleen.
 |
|
•
RIP deel 1: Een gitzwart verhaal over een groepje lijkenopruimers
en bedrog, doorspekt met klinkende, knallende, klaterende dialogen
en monologen.
• Boerke Bijbel deel 2: Ultradikke verzameling Boerke-gags,
altijd een traktaat.
• Aaron: De sterkte zit hem in wat zich tussen de
prenten afspeelt, wat je als lezer zelf invult, maar de prachtige
tekeningen van Ben Gijsemans wil ik daarmee niet veronachtzamen.
Een geslaagd album over de hele lijn, tot de keuze van het papier
en de lettering toe.
• Aap en Aap, Joep en Kik: Drie
oblongboekjes voor de jongste lezertjes, met respect en inzet voor
hen gemaakt. Dit hadden we in onze eigen jeugd willen lezen.
• De Macht der Onschuldigen cyclus II deel 5: De
rechtbankafsuiter van een nog steeds actueel geladen, politieke thriller.
 |
|
• De
Pestlijders deel 1-2: De tekeningen vallen tegen, maar het
ook al actuele verhaal over de pest die uitbreekt in het achttiende-eeuwse
Marseille, en hoe vooral rijkere mensen daarop reageren in een hoger
gelegen wijk, is ontluisterend.
• Kamp Poetin deel 1-2: Grafische uitzinnigheid en
inhoudelijke kracht.
• Tot de Laatste: Een voorbeeldwestern met haast
alle clichés uit het genre bij elkaar, maar verdorie, wat
een album!
• Maurits Cornelis Van Esk deel 2: Met intellect
en inzicht dollen met het stripgenre en ambtenarij.
• Captivant, Sadine en Stampede!
bij Sherpa heb ik nog niet (volledig) gelezen, maar alleen al het
doorbladeren en vasthouden van de albums stelt me gerust dat de
verwachtingen ingelost raken. Sherpa blijft een toonbeeld van een
liefhebbersuitgeverij die juiste keuzes kan maken en die waar voor
hun geld geven.
• De Engelen van Auschwitz: Sommige onthutsende, onmenselijke
scènes blijven op je netvlies gebrand.
• Merlu deel 1: Knap getekende en kundig vertelde
Tweede Wereldoorlog- en verzetsthriller.
• Shanghai Dream deel 1-2: Historische vertelling
met wraakroepend thema.
• Tex Willer Classics deel 13: Westernthriller met
Doc Holliday in een dubieuze rol. Demystificatie van een westernlegende,
of toch niet? |
|
DIEDERIK
VAN DE VELDE:
Opgesloten in een vrije verbeelding
Wie dit
jaar wil samenvatten met een striptitel komt vast bij de Robbedoes-titel
Virus uit. Of met een recente striptitel: 2020 was een
Godverdomse Klootzak van een jaar. Passeerde in digitale
stripmiddens aanvankelijk nog regelmatig de "Coronavirus"-kreet
uit Asterix, dan was na een paar weken het lachen wel uit.
Voor al wie noodgedwongen thuis zat (of nog zit) bleek dit jaar
hoe bevrijdend verhalen kunnen zijn. In een hoekje met een boekje
was nog nooit zo’n collectieve strategie als in dit pandemische
2020. Ik las veel, maar zelfs dit jaar bleven sommige albums wegens
tijdsgebrek voorlopig ongelezen (bijvoorbeeld De Bom).
Wat bleef me, naast de nog nooit zo rake cartoons van Lectrr,
bij in dit bizarre jaar?
 |
|
Uitgeverij
Microbe was een groot deel van het jaar afwezig,
maar niet weinig van wat ze dit jaar uitbrachten, behoort tot het
beste van wat er dit jaar aan strips verscheen. Het charmante Liberty
Bessie, het gitzwarte RIP en het pakkende De Aanslag.
In het virusjaar bedankt ondergetekende dat andere beestje. Bedankt,
Microbe, u was geweldig.
Over beestjes gesproken, wat voor een kunstenaar is Frank
Pé toch? De cover van zijn Het Beest pakt
je ter plekke in nog voor je één bladzijde gezien
hebt. En scenarist Zidrou toont voorzichtig dat
hij nog niet is uitgeteld.
Hub overdondert grafisch met De Slang en de
Speer waarin je een scenario vindt waarvoor je best uitgeslapen
bent. Ook wie blindelings Het Goud van de Zwendelaar (door
Juanjo Guarnido) koopt, krijgt waar voor zijn geld.
 |
|
Net
als collega Wim, koop ook ik steeds
minder langlopende reeksen — een uitzondering daarop was dit
jaar De 5 Rijken — om meer begrensde reeksen en one-shots
te kunnen volgen. Bij Saga Uitgaven verscheen het
mijmerende De Reis van Abel, alsook het stemmige tweeluik
Maidan Love. In het bos van Dark Dragon Books vielen
de muzikale bomen Blue Note en De Dame van de Ansichtkaarten
op.
Ook dit jaar kreeg weer heel wat ouder werk een (opstart in) bundeling.
Bakelandt hult zich beetje bij beetje in een integraal
jasje, net zoals Piet Pienter en Bert Bibber. Zet je die
twee uitgaven naast elkaar, dan valt vooral het summiere dossier
van die laatste integrale reeks op. De start van een integrale bundeling
voor Piet en Bert verdeel ik persoonlijk bij het betere
stripnieuws van 2020. Het dossier van die Pom-bundels
hoort voor mij helaas in de categorie ontgoochelingen.
Hoge verwachtingen had ik voor zowel USS Constitution als
voor de doorstart van Roodbaard. Beide werden ingelost,
elk in hun eigen stijl. Dat de scenarist van die laatste strip voor
het eerst sinds relatief lang nog eens een Gil St-André-verhaal
(in vertaling) op ons losliet, is een mooi extraatje. De Vliegenier,
een andere degelijke, nog relatief jonge reeks van hem, wordt dan
weer losgelaten.
In het westernsegment is er ook dit jaar allesbehalve bloedarmoede.
Met Tot de Laatste en Wild West is mijn voorliefde
voor dit genre weer aangescherpt. En in 2021 volgt het westernproject
van Tiburce Oger, met een behoorlijke weelde aan
tekenaars.
Moet ik voor het zoveelste jaar op rij de Pagnol-collectie
(Saga Uitgaven) nog eens aanhalen? Welja, want
daar zaten dit jaar onder meer albums bij over een virus. En zo
is de cirkel weer rond. In dit bevreemdende jaar deden veel stripwinkels
en auteurs extra inspanningen om ons lezers te bereiken, waarvoor
dank. Want met een verbeelding uit een boekje kruipt een mens (weldra)
vlotter uit z'n hoekje. |
|
FLO
VAN DYCK:
Huzarenstukje
Dat 2020 geen jaar als een ander was, zal je in deze rubriek denkelijk
al een aantal keer gelezen hebben. Te veel personen in onze omgeving
werden ziek, gingen dood, scheidden, verloren hun baan, sloten hun
zaak, vereenzaamden, huilden tranen met tuiten, kraakten of gaven
op. En er was al te vaak maar één schuldige.
Stripauteurs, uitgevers, redacteurs, drukkers, verdelers en boekhandelaars
hebben één ding gemeen: het zijn mensen zoals jou
en ik en ze maakten derhalve soortgelijke zaken mee. Het is dus
niet omdat ze nog werk hebben en boekjes verkopen dat deze crisis
voor hen goed meevalt. Het lijkt evenwel een afspraakje onder schrijvers
en tekenaars om te antwoorden dat het business as usual is,
aangezien ze hoe dan ook binnen zitten, maar dat is flauwekul. De
samenleving is verstoord en dat heeft zijn weerslag op alles. Wat
het voor de stripwereld betekent, zullen we mettertijd zien. De
meeste publicaties van het voorbije jaar werden voor de crisis op
touw gezet.
Toch was 2020 alweer geen memorabel jaar voor de Vlaamse strip.
De grote uitgeverijen teren verder op klassieke succesreeksen en
fatsoeneren hun imago met vertalingen, hommages, integralen en spin-offs.
Onbekend werk van eigen bodem belandt bij kleinere spelers die niet
scherp en streng genoeg zijn waardoor naast enkele parels ook rijkelijk
veel bullshit het daglicht ziet. Wat met veel vuur door bescheiden
initiatieven of in eigen beheer wordt uitgebracht, verdient
naast respect ook een consequent en streng oordeel. Dan blijft er
weinig reden tot jolijt. Áls literatuurbijlagen van kranten
en magazines aandacht voor het beeldverhaal hebben, wat aldoor minder
voorkomt, houden ze ook in 2020 vast aan kortzichtig hokjesdenken
dat evenzeer tot ongegrond dedain als tot bête adoratie leidt.
En niet te vergeten, ook het voorbije jaar werden permanent en onbezonnen
de dwaze grenzen van de censuur verlegd. Nog steeds schijnt het
niet door te dringen tot wat dit leidt.
Is er dan niets positiefs over het voorbije stripjaar te melden?
Jazeker. Ondergetekende vindt het een huzarenstukje dat er nog steeds
strips geproduceerd worden, dat die uitgegeven en gedrukt raken
en dat we die netjes uitgestald in onze favoriete winkel vinden
of thuisbezorgd krijgen. Zoals het een krachttoer is dat ondanks
alles wat mensen doorstaan er (onder andere) elke dag brood bij
de bakker ligt, er nog iemand radio of tv maakt en dat een verpleegster
tijd heeft wanneer je op de spoed belandt. Daarom zijn wij van oordeel
dat iedereen die zich het voorbije jaar heeft ingezet om ons van
lectuur te voorzien, een applausje en felicitaties verdient. Het
doet er niet toe of het om innovatieve werken dan wel om meer van
hetzelfde ging. `
We mochten niet naar het theater, niet op café, niet naar
de sportclub, niet op visite, maar wie wou kon wel een strip lezen.
Welke je zou moeten kopen en van welke je ver weg moet blijven,
zal je hier niet ontdekken. Laat je door niets of niemand tegenhouden
en ga zelf op zoek, we worden in deze coronatijden al genoeg beteugeld.
Er blijft het een en ander over om van te genieten, beeldverhalen
horen daar absoluut bij. Aan alle uitgevers, auteurs, vertalers,
verdelers, boekhandelaars en alle andere betrokkenen, grote dank
en blijf gezond. |
|